60
Fietsenvordering en werkkleding
In de zomer van 1942 kregen de waterschappen te
maken met de verplichting dat iedereen zijn fiets moest
inleveren, de zogenaamde ‘rijwielvordering’. Daaruit ont
stond weer een hele correspondentie om medewerkers
van de buitendienst daarvan vrij te stellen. Het bleef niet
bij vordering van fietsen. De secretaris van de Groeter-
polder bij Schoorl moest in december 1942 zijn schrijf
machine inleveren, de polder Heerhugowaard raakte in
juni 1943 de Citroën dienstauto aan de Wehrmacht kwijt,
de technisch ambtenaar van het waterschap de Dertig
Gemeenschappelijke Polders op Texel werd nota bene
tijdens een dienstreis van zijn fiets beroofd enzovoort.181
Niet alleen fietsbanden, maar eigenlijk alles van
rubber werd al vroeg in de oorlog streng gedistribueerd.
De VNHW kwam weer in actie en vroeg in maart 1942
aan de Unie om bemiddeling bij de verstrekking van
ons zelf nog iets overblijft”. Secretaris Boersma toonde
daarvoor begrip. De vraag werd nu gesteld en niet als de
nood aan de man zou komen, want dan was het te laat.
Dan zou “het vogeltje over het touw zijn gevlogen”.180
Vanaf de eerste jaren konden personeelsleden van
NHNK die zwaar lichamelijk werk verrichtten 50 procent
toeslag krijgen op vet-, boter- en broodbonnen. Voor
de mannen die palen moesten trekken in de Noorddijk
achter de Proefpolder in Andijk lukte dat soms wel maar
soms ook niet. De heersende voedselschaarste was voor
NHNK aanleiding om in het voorjaar van 1944 bij het
Rijksbureau voor de Voedselvoorziening in Oorlogstijd
toestemming te vragen om zonder bonnen bijvoeding
voor het personeel te organiseren. De Rijkskeuken
in Alkmaar zou vijf dagen per week 16 liter “bonloze
bijvoeding” gaan leveren. De totale kosten per week
bedroegen 25 gulden. Daarvan nam NHNK de helft voor
zijn rekening.179
In februari 1945 besprak het algemeen bestuur
van NHNK de nijpende voedselvoorziening in de gezin
nen van de waterschapambtenaren. Eind februari ging er
een verzoek uit aan bestuursleden met een tuinbouwbe
drijf om voedsel ter beschikking te stellen, bestemd voor
30 gezinnen met ongeveer 125 gezinsleden. Hoofdinge
land Cornelis Ham wilde wel een deel van zijn voorraad
groenten ter beschikking stellen, maar wel wees hij op
de hongertochten: “de grote nood die dagelijks aan onze
deur klopt, is oorzaak dat ik moet oppassen dat er voor
4
GEEN SOLDAAT KAN DE POLDER REGEREN!
Gemaal Leemans in de Wieringermeer, circa 1940.
Hoofdmachinist Luyt legde een belastende verklaring
af over zijn collega Steiginga. [Onbekend] collectie
RAA FO 3021893.