38 Installatie dijkgraaf Kamp Vacature hoogheemraad Laan en de nieuwe richting Het was dringen geblazen rond de vrijkomende bestuurs zetel van hoogheemraad Jan Versteeg, die per 1 januari 1942 aftrad, omdat hij 70 jaar was geworden. Hij be kleedde dit ambt onafgebroken sinds mei 1920, toen het eerste college van dijkgraaf en hoogheemraden van NHNK aantrad. De Algemene Kiesvereniging van NHNK liet er geen gras over groeien en stelde direct de kandidatuur van hoofdingeland Jan Laan, tevens dijkgraaf van de Zeevang. Maar Laan redde het niet. Na verschillende stemrondes stond Jan Langendijk uit de Beemster als eerste op de voordracht. Pieter Blaauboer uit Kolhorn kwam als tweede uit de bus en Jacob Kroonenburg uit St. Pancras eindigde als nummer drie. Groot was de verrassing toen het benoemingsbesluit van de secretaris generaal van het departement van Waterstaat in de bus viel, omdat hij, buiten de voordracht om, Laan had benoemd tot hoogheemraad. De beëdiging van Jan Laan gebeurde in de beslotenheid van de vergadering van het dagelijks bestuur. In handen van de dijkgraaf legde hij de eed af en zette hij zijn hand tekening onder dezelfde verklaring van loyaliteit die ook Kamp bij zijn benoeming als dijkgraaf had moeten ondertekenen. Kamp heette Laan welkom en meende dat Op 21 mei 1941 werd Kamp door de commissaris der provincie Backer beëdigd. Hij verklaarde plechtig “de verordeningen en andere bepalingen van de Rijkscom missaris voor het bezette Nederlandse gebied en van de hem ondergeschikte Duitse organen naar eer en geweten te zullen nakomen en zich te onthouden van elke handeling, gericht tegen het Duitse Rijk of de Duitse weermacht”. Onder deze loyaliteitsverklaring zette hij vervolgens zijn handtekening.101 Nog op dezelfde dag maakte Kamp zijn op wachting bij het dagelijks bestuur van NHNK, waar waarnemend dijkgraaf Versteeg hem verwelkomde. Hij noemde de benoeming een verrassing, “en niet de door de algemene vergadering van het bestuur gewenste” maar Kamp kon niettemin op de volle medewerking rekenen.102 Op woensdag 16 juli 1941 volgde de officiële installatie in de vergadering van het algemeen bestuur. In zijn toespraak zei Kamp “op geen enkele wijze naar dit ambt gedongen” te hebben. Hij toonde zich dankbaar dat de autoriteiten hem tot deze taak hadden geroepen en vond het “een voorrecht op mijn leeftijd dit mooie ambt te mogen vervullen, bijgestaan door een voortreffelijk administratief, fiscaal en technisch uitgerust apparaat, verzorgd door toegewijde medewerkers, royaal gehuis vest en geoutilleerd op moderne leest”.103 GEEN SOLDAAT KAN DE POLDER REGEREN! Het bestuur van de polder de Zeevang, zomer 1941. Zittend, derde van rechts, dijkgraaf J. Laan Dzn. De overige personen zijn: achter v.l.n.r. het AB bestaande uit H. Molenaar, D. Haan Jzn., A. Middelbeek Azn., J.D. de Boer, J. Hooijberg Jzn., P. Huiberts Jzn., P. Kleen en D. Ubbels Kzn. Zittend v.l.n.r. het DB bestaande uit J.G. Oosterbeek, M. Vink Czn., M. Doets Kzn., J. Laan Dzn., P. Bakker Jzn. en C. Mus Czn. WA, polder Zeevang 1930-1981, inv.nr. 6, 21 augustus 1941. Waarnemend dijkgraaf J. Versteeg jr. Hij was in de jaren 1915-1936 burgemeester van de gemeenten Monnickendam en Katwoude en tevens tientallen jaren dijkgraaf van het hoogheemraadschap Waterland. RAA, NHNK, inv.nr. 11574.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2018 | | pagina 38