33
aopxs.
Be ontlerfe toekende
I3don At j-il 1$99 te
geboren deu
wonende te
verklaartj dat naar
hunner beiden oudere of grootoudere ooit
ecntgenootej noch een
heeft behoord tot de Joodse! ie ge loof srea-.. er.se. tap
Don oudergeteekende ie bekend, dat Jtij zich,in geval vorenstaande
bloot stelt»
Alston October 1940-
dan
Ansterduo
Ontslag voor Joden
Aias ter dam
Eijn beste weten noch h'-jself, noch zijn
ontslag in. Hij was getrouwd met de Joodse Elisabeth
Asser, dochter van Jacques (overleden in 1930) en Eva
Asser-Vet. Zijn schoonmoeder zou op 28 mei 1943 om
komen in Sobibor. Ook haar twee kinderen, Mathilde en
Israël, overleefden de oorlog niet.81
Na het ontslag van Nijkerk en het vertrek
van Ten Oever kon worden vastgesteld dat geen enkel
waterschap in de hele provincie Noord-Holland Joodse
medewerkers of bestuurders op de loonlijst had staan.82
Half oktober 1940 kregen de besturen van de water
schappen een circulaire waarin werd gevraagd een
opgave te doen van het aantal medewerkers en bestuur
ders van Joodse afkomst. Jood was iemand van wie beide
grootouders van zowel de vader als de moeder (tijdelijk)
lid waren (geweest) van een Joodse gemeente.78 Iemand
die geheel of gedeeltelijk Joods was kreeg met ingang
van 8 december 1940 ontslag en mocht niet meer werk
zaam zijn “in enige ambtelijke werkkring van welke aard
ook”. Na ontslag kregen ze wel een uitkering, die voor
kostwinners 10 procent hoger uitviel dan voor niet-kost-
winners.79
Het bestuur van de Overamstelsche of Oetewaler
Polder berichtte dat vicevoorzitter M.B. Nijkerk een
Jood was en ook was getrouwd met een Joodse vrouw,
Juliette de Vries. Nijkerk zelf vervulde het voorzitter
schap van het bestuur van de Nederlands-Israëlitische
Hoofdsynagoge in Amsterdam. Alles bij elkaar voldoende
voor het provinciaal bestuur om hem 11 dagen later te
ontslaan uit zijn waterschapfunctie.80
De secretaris-penningmeester van de Aetsveld-
sche Polder, mr. Hendrik ten Oever, in het dagelijks leven
notaris in Weesp, diende zelf per 1 december 1940 zijn
■v-t+r-secreturic-pnai.ingi'oester vui ).ot 'utcrBGhup
"Xfe Groote ipolder
Glesuen
verklaring niet juist blijkt te zijn, turn onmiddellijk ontslag
Mr. Marius vur. Vugt,
77
78
79
80
81
82
GEEN SOLDAAT KAN DE POLDER REGEREN!
Deze kadertekst is gebaseerd op AGV, tg. 02, hoogheemraadschap Zeeburg
en Diemerdijk, inv.nr. 220, brieven dijkmeester aan dijkgraaf Van Swinderen,
11-8, 3-10 en 30-12-1940; brief secretaris aan Van der Scheer, 19-12-1941,
en brief Gemeentewaterleidingen Amsterdam aan bestuur, 10-3-1944 en
reactie dijkmeester, 15-3-1944.
NIOD, tg. 216i, dep. van Waterstaat, inv.nr. 19, circulaire Prov. Waterstaat
Z-H, 16-10-1940.
NHA, tg. 18, PBNH, inv.nr. 3720, brief commissaris-generaal voor Bestuur
en Justitie Wimmer namens Seyss-Inquart aan de secretarissen-generaal,
21-2-1941.
NHA, tg. 18, PBNH, inv.nr. 3720, briefwisseling DB Overamstelsche Polder
met prov. bestuur N-H, 13 en 24-12-1940. In de vacature mocht tot nader
order niet worden voorzien. Nijkerk overleed op 10-3-1941 in Amster
dam.
NHA, tg. 18, PBNH, inv.nr. 3720, brief bestuur Aetsveldse Polder, 6-12-1940.
Informatie over familie Asser, www.joodsmonument.nl.
NHA, tg. 18, PBNH, inv.nr 3720, brieven provinciaal bestuur N-H, 22-3-1941
en 18-4-1943; HHR, tg. 1.1.2, inv.nr. 194, notulen D&H, 29-10 en 11-12-1940.
Volgens De Jong (1972), 78, werkten er bij de waterschappen maar twee
Joden. Welke waterschappen dat betrof vermeldt hij niet.
Niet-Joodverklaring van Marius van Vugt, secretaris Groote IJpolder en leider van
de oppositie tegen het bestuur van de VNHW in de kwestie over de concentratie
van de inning van de waterschapslasten. Dergelijke Ariërverklaringen werden
massaal getekend. SAA, archief Groote IJpolder, inv.nr. 503.