32
Ook de waterschappen in de regio-Amsterdam onder
vonden de gevolgen van de oorlog. Al een week na de
Duitse inval kreeg het hoogheemraadschap van Zeeburg
en Diemerdijk te maken met inkwartiering van Wehr-
macht-soldaten. Ze werden gehuisvest in het Gemeen
landshuis aan de Diemerzeedijk 27. De vergaderzaal
werd door de Duitsers als conversatieruimte gebruikt,
de rest van het gebouw zat vol met manschappen en
officieren. Dat bleef zo tot het einde van de oorlog.
Het hoogheemraadschap kreeg een vergoeding van
de Wehrmacht voor deze inkwartiering. Een houten
keet werd naar de Zeedijk vervoerd om dienst te doen
als wachtlokaal voor de soldaten. Het bestuur van het
hoogheemraadschap mocht het Gemeenlandshuis niet
meer betreden. Ook de dijk zelf was verboden gebied.
Een bezoek van een schoolklas aan het gebouw moest
daarom worden uitgesteld tot na de oorlog.
In augustus 1940 reed een legervoertuig tegen
de inrijpoort van het Gemeenlandshuis, waardoor een
gedeelte van de muur instortte en een behoorlijke schade
ontstond. De Duitsers beloofden die te vergoeden, maar
daar kwam niets van terecht. Het hoogheemraadschap
liet de poort daarom maar voor eigen rekening herstellen.
Hauptmann Blume liet het gebouw van elektrisch licht
voorzien en zorgde ervoor dat het 's nachts verduisterd
kon worden. In het voorjaar van 1944 beklaagde de
Gemeentewaterleidingen van Amsterdam zich er bij
het bestuur van het hoogheemraadschap over, dat de
meteropnemer geen toestemming kreeg om de water
meterstand in het gebouw op te nemen. Het bestuur liet
weten daar niets aan te kunnen doen, ook al omdat de
ruimte waar de meter stond door opslag van meubilair
ontoegankelijk was.
Duitse soldaten in Gemeenlandshuis
Diemerdijk77
J
lil
GEEN SOLDAAT KAN DE POLDER REGEREN!
Het Gemeenlandshuis van het hoogheemraadschap
van Zeeburg en Diemerdijk, november 1938. SAA,
beeldbank, afbeeldingsbestand 012000006756.