Besturen in bezet gebied 31 “Het kan nog wel erger worden” Koningin Wilhelmina en de ministers waren in de mei dagen van 1940 naar Engeland gevlucht. De feitelijke macht lag vanaf dat moment in Duitse handen. De nazi-ideologie was gebaseerd op het leidersprincipe. Führer Adolf Hitler benoemde de Oostenrijker Arthur Seyss-Inquart tot Reichskommissar für die besetzten niederlandischen Gebiete. Hij gaf voortaan leiding aan het bestuur in Nederland en was alleen aan Hitler verant woording verschuldigd. De Staten-Generaal mochten niet meer bijeenkomen, maar de gemeenteraden en provincies konden hun werk vooralsnog gewoon voort zetten. Wel werden in juni 1940 communisten en andere vertegenwoordigers van uiterst links ontslagen. In het najaar van 1940 werden op last van de Duitsers ook Joden uit het bestuur verwijderd. Verslag in Provinciale Noord-Hollandsche Courant, 22-6-1940. Hoe reageerden de waterschappen op de 'gewijzigde omstandigheden’ als gevolg van de bezetting? Op de dag van de Duitse inval, 10 mei 1940, stond een vergade ring gepland van het bestuur van de Groeterpolder bij Schoorl. Die bijeenkomst ging gewoon door. “Het kan nog wel erger in plaats van beter worden”, zo motiveerde het polderbestuur zijn besluit om toch te vergaderen.69 In de eerste vergadering na de capitulatie van het bestuur van de Haarlemmermeerpolder besteedde dijkgraaf Johan Reinders Folmer maar weinig woorden aan de nieuwe situatie “om het waterschap als openbaar bestuur neutraal te houden”.70 Dijkgraaf Pieter Pijnacker Hordijk van hoogheemraadschap Rijnland sprak zich duidelijker uit. “Deze ontredderde zaal is een beeld van de ontredderde wereld”, zei hij op 5 juni 1940 tijdens de vergadering van het algemeen bestuur. Het Gemeen- landshuis van Rijnland aan de Breestraat in Leiden was namelijk met zandzakken omgeven en alle kunstschatten in de vergaderzaal waren uit voorzorg verwijderd. Rijnlands gemalen, werken en eigendommen waren in de meidagen onbeschadigd gebleven. De waterstaats werken waren beschermd volgens de plannen van de commissie-Ringers. Zo waren er duikers gelegd om polders met elkaar te verbinden en werd de boezem verdeeld door middel van afsluitingen.71 Dijkgraaf Jan Laan van de polder Zeevang stond in de eerste vergadering na de meidagen stil bij de inundatie en de gevolgen daarvan. Hij was blij dat niemand in zijn naaste omgeving verliezen had geleden en ook dat de secretaris weer aanwezig kon zijn. De agenda voor die bijeenkomst was klein, maar het belang om bijeen te komen des te groter.72 Op 29 juni 1940 kwam het algemeen bestuur van NHNK voor het eerst na de capitulatie bijeen. Dijkgraaf Dirk Kooiman sprak over “ernstige omstan digheden” en over de “stoere onverzettelijkheid” van de Kennemers en de Westfriezen, die er na de inundaties weer bovenop zouden komen.73 In het stadhuis van Edam meldde dijkgraaf Jan Koning op 22 augustus aan het bestuur van waterschap De Purmer dat gelukkig niemand uit de Purmer was gesneuveld. Verder was het gras van de hele omringdijk afgestaan aan de door de inundaties getroffen boeren.74 Het Gemeenlandshuis van US aan de Schepen- makersdijk in Edam werd door de Duitsers gevorderd. In de slaapkamers van het bestuur waren vijf man inge- kwartierd en de vergaderzaal van het dagelijks bestuur werd het bureau van een Duits legeronderdeel. Pas in het najaar verlieten de Duitsers het gebouw weer.75 Dat de bakens verzet waren, bleek ook uit andere dingen. Zo werd in dwangbevelen ter invordering van de water schapslasten en in alle andere stukken de uitdrukking “In naam der Koningin” vervangen door “In naam van het Recht”.76 Het was slechts één van de maatregelen van de bezetter om alle sporen van het vorstenhuis uit te wissen. Zo kregen straten en bruggen die naar leden van het koningshuis waren vernoemd, een andere naam. GEEN SOLDAAT KAN DE POLDER REGEREN! 69 70 71 72 73 74 75 76 RAA, Aten, inleiding Inventaris archief Groeterpolder, 3. Van Velsen (2015), 112. HHR, tg. 1.1.2, inv.nr. 84, notulen Verenigde Vergadering (VV), 5-6-1940; Giebels (2002), 284. RAA, tg. 86.2.014, NHNK, inv.nr. 4, notulen alg. vergadering, 26-6-1940. Verslag in De Drie Meren, 31-8-1940. Borger en Bruines (1994), 122. WA, tg. 1055, VNHW, verslag DB, 15-7-1940.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2018 | | pagina 31