40 22 Naar goed vaderlands gebruik werden er bijeenkomsten belegd, zoals in het Damhotel in Edam op zaterdag 1 juni 1940, onder leiding van Andries Kout in zijn hoedanig heid als voorzitter van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw, afdeling Edam en Zeevangsdorpen. De verte genwoordiger van de provincie, ir. G.J. Lienesch, spoorde de aanwezigen aan om plaatselijke commissies te benoe men ter afhandeling van de schade. Ook dijkgraaf Laan van polder Zeevang drong aan op samenwerking “opdat de polder weer tot groei en bloei zou moge komen”. Dat gebeurde en in elke gemeente werd een commissie gevormd voor het bepalen van de geleden schade. Op 20 juni gaf ir. Lienesch in de Alkmaarsche Courant de boeren advies over hoe om te gaan met het overstroomde grasland. “Uiteindelijk dring ik er sterk op aan dat iedere boer uit het overstroomde gebied stevig gaat aanpakken en alles wat maar enigszins is los te maken met de ketting egge te lijf gaat”.52 Hij constateerde ook dat van alle overstroomde graslanden in de provincie het grootste deel geen onoverkomelijke schade had als gevolg van inundatie. Slechts van een klein percentage land was onzeker of het dit seizoen nog gebruikt kon worden. “De graslanden in het geïnundeerde deel van de polders Koegras, Wijkerbroek en in de Buitenlanden om Beverwijk zijn, hoewel overstroomd met zouthoudend water, nu al op één lijn te stellen met die gedeelten van De dijken tussen de Zeevang en de Kwadijkerkoog, Overweersche Polder en Westerkoog werden doorge stoken zodat de gemalen van deze polders mee konden malen. Begin juni was de Zeevang echter nog niet droog en daardoor was de schade in vergelijking met elders groter.48 De al eerdergenoemde Johan Ringers werd Regeringscommissaris voor de wederopbouw van ver keer, waterstaatkundige werken, steden en dorpen.49 Hij kreeg de leiding van het Commissariaat van de Wederopbouw, een dienst van Waterstaat met een eigen budget, die was ingesteld om de oorlogsschade (herstelschade) te vergoeden. Half juni had Ringers bij de Duitsers gedaan gekregen dat met de voorbereiding van een aantal werken zou worden doorgegaan, onder andere met de bouw van een elektrisch gemaal in Zeeburg. Dat gemaal diende voor het verversen van het water in de Amsterdamse grachten en voor de hoogwaterbemaling op het IJmeer. Het gemaal werd in 1943 opgeleverd.50 In juni 1940 stuurden GS van de provincie Noord-Holland een rondschrijven naar de gemeente besturen over het indienen van vergoedingen voor geleden inundatie- en oorlogsschade. Verzoeken voor schadevergoedingen moesten zo spoedig mogelijk worden ingediend.51 G1 GEEN SOLDAAT KAN DE POLDER REGEREN! Als herinnering aan de inundatie liet het polderbestuur van de Zeevang dit tegeltableau in het gemaal aanbrengen. De voorstelling werd ontworpen door kunstschilder J.C. Bander uit Edam. Collectie Oudheidkundig Genootschap Oud-Quadyck, OQD 1370. Productiecommissaris ir. G. Lienesch gaf advies over het herstel van door de inundaties getroffen weilanden. Heldersche Courant, 18 juni 1940.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2018 | | pagina 22