18
Nederland in oorlog
De Aanwijzingen
In mei 1937 had het derde kabinet-Colijn de Aanwijzingen
voor ambtenaren goedgekeurd, voor het geval dat ons
land zou worden bezet. Deze Aanwijzingen waren
bestemd voor ambtenaren bij de overheid, dus ook
voor het personeel van spoor- en tramwegen en van de
waterschappen. Als algemene regel gold dat ambtenaren
in geval van een bezetting op hun post moesten blijven.
Voor ambtenaren werkzaam bij waterstaat en
voor de besturen en ambtenaren van waterschappen,
veenschappen en polders was een speciaal punt 13 ge
formuleerd. Zij moesten gewoon hun werk blijven doen,
op enkele uitzonderingen na. Als de bezetter hun vroeg
de waterstaatkundige toestand te veranderen, om zo de
In de vroege ochtend van vrijdag 10 mei rolde - in de
woorden van de Alkmaarsche Courant - “de geweldige
Duitse oorlogswals” over de Nederlandse grens.34 Behalve
Schiphol werd het vliegveld Bergen drie kwartier
gebombardeerd. Een dag eerder waren 12 Fokker G-1’s
uit de overdekte schuilplaatsen gehaald en op het plat
form geparkeerd. De Duitsers konden deze vliegtuigen
dus gemakkelijk vernietigen. Alleen de Fokker CX’s,
die goed gecamoufleerd en verspreid over het terrein
stonden, bleven vrijwel onbeschadigd.35
De waterschappen hielden vanaf begin 1940
rekening met inundaties binnen de zogenaamde Stelling
van Amsterdam, een 135 kilometer lange verdedigings-
ring rondom de hoofdstad. Op kosten van de staat waren
bijzondere voorzieningen aangebracht in de sluizen van
Edam, Nauerna en Zaandam en speciale inundatiesluizen
in de ringdijken van onder andere De Beemster en de
Starnmeer gebouwd. Het was dan ook geen verrassing
dat na de Duitse inval het gebied rondom Amsterdam
onder water kwam te staan. De inundaties werden
zodanig uitgevoerd dat het water te diep was om erdoor
te lopen en te ondiep om erover te kunnen varen. In de
praktijk betekende dit dat het land 40 cm blank werd
gezet, zodat de vijand zich letterlijk zou vastlopen in de
modder.36 Na de Duitse inval waren alle sluizen langs het
Ijsselmeer opengezet en steeg het boezempeil tot 5 cm -
NAP zodat voldoende inundatiewater beschikbaar was.
In grote delen van de provincie verdween het land onder
een laag water.
De formele grondslag voor deze maatregelen vormde de
noodwet van 4 april 1940.30 Deze wet was bedoeld om
waterstaatswerken zoveel mogelijk te beschermen tegen
oorlogsschade. De wet gold alleen voor waterstaats
werken in de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland
en Utrecht, de zogenaamde Vesting Holland. GS van deze
provincies werden verplicht maatregelen te nemen die
nodig waren in geval van oorlog.31
oorlog naar zijn hand te zetten, dan luidde het antwoord:
nee. Ze mochten ook geen informatie geven over de wa
terstaatkundige toestand. Voor waterstaatsambtenaren
gold bovendien dat zij moesten opstappen als bleek dat
de vijand het water zou gebruiken als wapen tegen de
Nederlandse oorlogsvoering.32
Het taalgebruik in de Aanwijzingen was nogal
vaag. Kennelijk mocht in 1937 nog niet duidelijk blijken
dat rekening werd gehouden met een Duitse bezetting.
Bovendien werden deze voorschriften in de loop van
1937 en 1938 slechts in kleine kring verspreid. Mis
schien wilde het kabinet op die manier voorkomen dat
de Duitse regering er lucht van zou krijgen. In die tijd
zou dat een smet hebben geworpen op de Nederlandse
neutraliteit omdat Duitsland als een bevriende natie
werd beschouwd, ook nadat Hitler daar in 1933 aan
de macht was gekomen en een dictatuur vestigde.33
Toen het erop aan kwam moesten veel bestuurders en
ambtenaren dus zelf hun houding bepalen tegenover
de bezetter, want ze wisten niet van het bestaan van de
Aanwijzingen.
GEEN SOLDAAT KAN DE POLDER REGEREN!
Voorblad van de Aanwijzingen (1937). Westfries
Archief, bibliotheek signatuur 162 E 400.
tezcttiqg
ixur diMg-
AANWIJZINGEN
eetreiteniïe nt houding, aan tl nemen
IXXJk [>J\ BESTt URStJIKÏANEN Van IIETïtJK, DE
rROVrNCIEN, GEMEENTEN, IVATKUSGHAÏWN,
Vt.lNSCHJlfmi EN VEENfM3U>ESS, ALSMEDE
DOflR lll-.T- DAARIStJ IN WENST ZIJNDE TEF-
SON1 IJ. J-.N DOOR HET PERSONEEL IN DIENST'
istr HfixHi. i n tramwjgen in geval van ken
VIIaNDEEJJKEN inval
I. ALGEMEEN.
■t, njrJ i:--klr, ..ie feroanw. d«l uitnuErndc tjci
l^qu'urybTSJiwn *gui hd Kijk. dr rrcpTnriiA, iWWTMCfl, wimtj
k-hjppeni, vrcmduppcn ér vee r.pc< liters, rn her ui? die r.rjjnm
=:i okfijq lijnde jsermned. alwTrtde hel in dtetW baj
«pnoT' en criniw qgeit. btj eui vijinddijken LnvaJ rer piaatse
bdhoüfeii ir lili^cp, ukttfMrd W wKivn- zij ftirt nngcvoIgÉ
oprocpêng door de Nsderlnndsche Regeering tn nülicsji^n dletui
JiHjrïra kc<i|r:i.
Zij vaillrn te Act der ivtvi^ng, er uur sneren, du
bet Ekhuuc ook. onde/ de gewijugijr zoo goed
rOogelijk zijn ;uJe Hijtt vervallen.
Bovendien zullen aij, jcdïr i-oóver hij d.nnoe bevoegd
kan wur<ten bckIu;
i«. dc bevolking vnorlidimn terrtLcodc de houding uveike
deze tegent/ref dtp iqpnu rn zijn ojgxrirti heeft aan te ntmenj
A. drn in den irgd zwaren dflaki wrikc un een
iï:-zc <fcn vijand i< iritendcri. zoo gped inogdijk
kracht cm billijkheid ov» dt tevulxing ïefdwkn;
aih turKtenj«4coei optreden ttUtthen de
vijanifclqkc ntdiu-re ayiwittit ca de teedking;
ii. hij de veranrtmxjcdelijkc iratandes kradhtig
«dcHMfl, wanrttt* deze iruunnei xd£. ot weJ da;
gck-hikle ceganen of pemoen,
volkcnrcditclijk rt:r gnxsrWd lijn,
aan-
a<jl, ui wri uaaraan under-
hudduigtti plegen, -.v^ke