132 Waterschapreglement bleef in stand De soldaat regeerde de polder Omdat het waterschapbestuur geen politiek bestuur kende, lieten de Duitsers dit bestuurssysteem onge moeid, het bestuursreglement voor de waterschappen bleef intact. Dat was een positief punt. De belastingplich tige ingelanden mochten, na een korte onderbreking in 1940, hun algemeen bestuursleden blijven kiezen. Het aantal NSB’ers in waterschapsbesturen bleef daarom heel beperkt. De voordracht van dijkgraaf en (hoog) heemraden bleef op de gebruikelijke manier plaats vinden, namelijk uit en door het algemeen bestuur. Een enkele keer werd echter voorbijgegaan aan de voor dracht. De benoemingen van Kamp tot dijkgraaf en Jan Laan tot hoogheemraad bij NHNK en Jacob de Boer Cz. in het polderbestuur van de Schermeer, alle drie buiten de voordracht om, waren uitzonderingen. Laan en De Boer waren beiden lid van de NSB, Kamp niet. De Vereniging van Noord-Hollandse Waterschappen Sinds de oprichting in 1921 had de VNHW zich ontwik keld tot gesprekspartner voor de provincie namens de circa 320 waterschappen die Noord-Holland destijds telde. Helaas raakte de VNHW aan het begin van de oorlog in een ernstige crisis over de concentratie van de lasteninning van de waterschappen. Achteraf veel belangrijker zaken die samenhingen met de bezetting raakten daardoor in de beginfase van de bezetting wat ondergesneeuwd. Hoewel het praktisch rendement niet altijd meetbaar was, fungeerde de VNHW nadat de gelederen waren besloten naar behoren. Want of een waterschap nu groot of klein was, ze ondervonden na genoeg dezelfde problemen, zoals brandstofgebrek voor de bemaling en gebrek aan materialen voor het nood zakelijk onderhoud. De grotere waterschappen hadden relatief meer last van de Arbeitseinsatz dan de kleinere. Maar geen vrijstelling voor het enige in dienst zijnde personeelslid was ook voor een klein waterschap zonder meer een ramp. Tijdens de oorlogsjaren kwam de algemene vergadering van de VNHW toch nog acht keer bijeen. Een grote tegenvaller was het schrappen van het eigen tijdschrift per 1 januari 1943. Dat heeft het contact met de aangesloten waterschappen zeker geen goed gedaan. In de herfst van 1944 kwam het werk van de VNHW bijna geheel tot stilstand door de sterk beperkte reismo gelijkheden. Vanaf 1942 begon de bezetter met de bouw van de Atlan tikwall. De Duitsers bouwden deze verdedigingslinie om een mogelijke Geallieerde landing op onze kust te voor komen. De bevolking in de kustplaatsen moest evacue ren en delen van dorpen en steden werden ontruimd en daarna gesloopt. Zonder al te veel verzet, ook niet van de waterschappen, werden bunkers gebouwd, tankgrachten gegraven, mijnvelden gelegd en prikkeldraadversperrin gen aangebracht. In 1944 lag het hele binnentalud van de Hondsbossche Zeewering vol met kleine landmijnen en draadversperringen. Het onderhoud aan de hoofden kon maar mondjesmaat gebeuren, vanwege de vele versperringen.349 Dijkgraaf Kamp protesteerde in de herfst van 1942 tevergeefs tegen het gegraaf in de Hondsbossche Zeewering. Tegen beter weten in hield hij later tegen over het algemeen bestuur van NHNK vol dat de Honds- bossche Zeewering in goede staat verkeerde en zware stormen kon weerstaan. De auteurs van het boek over de Atlantikwall noemen de gedweeë manier waarop Neder land 'van hoog tot laag" aan de bouw van de Atlantikwall heeft meegewerkt terecht “pijnlijk” en “vernederend”.350 |i GEEN SOLDAAT KAN DE POLDER REGEREN! Kaart van de blank staande gebieden in ons land op het moment van de Bevrijding. De inundaties hielden zeker niet op bij de grens van Noord-Holland. Door heel Nederland verdwenen in 1944-1945 polders onder water door acties van de Wehrmacht, Geallieerde bombardementen en ander oorlogsgeweld en het uitvallen van gemalen door brandstofgebrek. Op deze uit de studie door L. de Jong (deel 10b, 2 de helft) overgenomen kaart is overigens Waterland ten onrechte als geïnundeerd aangegeven.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2018 | | pagina 132