116 Ovinge schreef enkele jaren later dat hij het toen merk waardig vond dat Kamp c.s. “binnen kwamen met een opgewekt gezicht; zo van 'zijn jullie niet blij’. De reactie was alleen 'ze kunnen stikken’ en niemand was bereid een hand uit te steken. Blijkbaar hadden ze deze reactie niet verwacht.” Of er gevaar dreigde voor andere polders, was Ovinge niet bekend, maar hij was “geneigd om dit gevaar na de inundatie van de Wieringermeer gering te achten; ook al omdat daar geen voorbereidingen waren getroffen. De commissie heeft de Duitsers een schone kans gegeven om nog excuses aan te bieden”.314 Zelf vond dijkgraaf Ovinge de hele actie “niet zo bijster gelukkig, want de gedachtegang van de commis sie stond ver af van de bij de inundatie betrokkenen.” Het was, volgens hem, naïef om te denken dat het dichten van de dijk nog voor de capitulatie in gang zou worden gezet. Het aanbod van Kiel dat de dijk gesloten mocht worden leidde in zijn directe omgeving zelfs tot “woe de-uitbarstingen”.315 Volgens dijkgraaf Ovinge ging het gerucht dat er al sinds begin april 1945 werd onderhandeld over een capitulatie tussen de Geallieerden en de Duitsers. Daarbij was afgesproken dat de Duitse bezetter alleen nog maar vernietigingen mocht uitvoeren die van stra tegisch belang waren. Op die strategische lijst stond ook de inundatie van de Wieringermeer. Dat onderdeel werd niet door de Geallieerden geschrapt en dus goedgekeurd. De Duitsers bleven van mening dat het onder water zetten van de Wieringermeer een zaak was geweest van strategisch belang en dus geen oorlogsmisdaad.316 GEEN SOLDAAT KAN DE POLDER REGEREN! Tien jaar na de oorlog, op 10 september 1955, troffen enkele hoofdrolspelers elkaar weer tijdens de opening van het nieuwe gemeentehuis van Wieringermeer te Wieringerwerf. Tweede rij v.l.n.r. eerste persoon onbekend, dan het echtpaar Ovinge, het echtpaar Smeding (ir. S. Smeding was tot zijn pensionering in 1954 directeur van het Openbaar Lichaam Wieringermeer), het echtpaar De Blocq van Kuffeler en het echtpaar Loggers. Op de eerste rij mevrouw Algera, minister van Waterstaat J. Algera, burgemeester Omta, commissaris van de Koningin Prinsen en mevrouw Omta. [Onbekend] collectie RAA FO 3021402.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2018 | | pagina 116