114
Schröder namens alle inwoners van Noord-Holland op
de verregaande consequenties van de inundatie van de
Wieringermeer, die “einegrosze Katastrophe”betekende
wegens de zeer slechte voedselsituatie in het westen
van het land. Vanuit strategisch perspectief was een
inundatie van ongeveer een halve meter diep voldoende
geweest. Dat was ook de gangbare praktijk van de
Wehrmacht. Zoals de toestand nu was, kon immers
gemakkelijk over de Wieringermeer gevaren worden.
Ze kregen daar de Beauftragte niet te spreken, ook niet
door tussenkomst van burgemeester Voute.307
Zoals eerder gemeld stormde het op 21 april
en daardoor dreigde de Westerdijk bij Opperdoes af te
kalven. De burgemeester van Abbekerk reageerde met
het oproepen van een dijkleger van boeren met werk
volk en materiaal om een dreigende overstroming van
West-Friesland te voorkomen. De toestand van de dijk bij
Opperdoes was echter volgens Kamp “voor deskundigen
op waterstaatsgebied” niet alarmerend. De opgekomen
mannen waren dan ook door de ter plekke aanwezige
technisch ambtenaar van NHNK, L. Nicolai, en hoofdop
zichter De Bruin van het West-Friese waterschap de Vier
Noorder Koggen gerustgesteld en naar huis gestuurd.308
Voor Hoeneveld vormde een en ander aan
leiding om opnieuw bij Kamp op actie aan te dringen.
Er werden meteen spijkers met koppen geslagen.
Hoeneveld stelde op zondag 22 april een uitvoerige
protestbrief op, gericht aan de Beauftragte van Seyss-
Inquart in Noord-Holland, Schröder. Nadat deze snel in
het Duits was vertaald, volgde de ondertekening door
Kamp, “Deichhauptmann” van NHNK, G.J. Lovink, voor
malig burgemeester van Anna Paulowna en “Deichhaupt
mann ausser Dienst” van de Anna Paulownapolder en
Poppens, ingenieur van NHNK.309
De inhoud van deze brief was “in zeer scherpe
termen gesteld”, aldus Kamp in zijn op 25 april aan de
hoogheemraden en hoofdingelanden toegezonden
overzicht van de situatie ontstaan door de inundatie
en de ondernomen acties. Hij benadrukte dat de brief
- waarvan een kopie was bijgesloten - weliswaar de
functies van de ondertekenaars vermeldde, maar op
persoonlijke titel was getekend.310 Het drietal wees
GEEN SOLDAAT KAN DE POLDER REGEREN!
Kaart van de bunkers en mitrailleuropstellingen in de Westerdijk
van de Vier Noorder Koggen ten oosten van Almersdorp, 1948. In
de brief van Kamp, Lovink en Poppens aan Schröder werd onder
andere gewezen op de verzwakking van de oude zeedijken rond de
Wieringermeer door bunkercomplexen. Kamp constateerde tijdens
een inspectie ter plekke dat diverse bunkers al vol water stonden. RAA,
NHNK, inv.nr. 10308.
A. de Bruin, technisch ambtenaar van de
Vier Noorder Koggen, achter zijn bureau
in het Koggehuis te Medemblik in 1964,
het jaar waarin hij met pensioen ging. De
Bruin hield samen met zijn collega Nicolai
van NHNK in 1945 de toestand van de
oude Omringdijk langs de blank staande
Wieringermeer scherp in het oog. Westfries
Archief, foto-13144.
h
1 6