Luchtfoto van de voltooide Amsteldiepdijk van Van Ewijcksluis (voorgrond) naar Wieringen. De oppersingen langs de dijk, nu natuurgebied
de Verzakking, zijn duidelijk zichtbaar. Rechtsonder de directiekeet. Bron: https://beeldbank.rws.nl/MediaObject/Details/404623.
gat. Toen de opening nog slechts 300 m was, liepen er
getijstromen door van drie a vier meter per seconde.
Toch lukte het. Op 31 juli 1924 was de afsluiting van
het Amsteldiep een feit.
Minder geluk had men bij de dijkvakken bui
ten de geulen op de Balgzandgronden. Er deden zich
grote verzakkingen voor doordat de grond onder het
gewicht van de nieuwe dijk wegschoof. Op die plekken
werd de ondergrond als het ware opgeperst, terwijl
het bovenliggende deel opzij werd geschoven. Zelfs
keileemdammen ter hoogte van Van Ewijcksluis bleven
niet op hun plaats. De inzakkingen werden consequent
gevuld met keileem. Deze problematiek was overigens
reeds in 1786 door Leendert den Berger gesignaleerd.
Dat jaar meldde hij aan de Gecommitteerde Raden:
"Wij kunnen niet nalaaten aantemerken dat uit hoofde
van de veenachtigen en zachten gronden hier ter
plaatze de steenglooiingen, [of]schoon met eene riet of
rijzbedding voorzien, aan zakkingen onderhevig zullen
zijn, en dus van tijd tot tijd de nieuwe steenglooiingen
met andere Steenen zullen moeten verhoogd worden,
totdat dezelven eindelijk op eenen vasten grond gekoo-
men, en aan geene verdere zakking blootgesteld zijn".33
Pas in 1925 had men de nazakkingen in de ondergrond
onder controle.
Door de afsluiting van het Amsteldiep ont
stond een zoetwaterboezemmeer, het Amstelmeer, dat
in open verbinding stond met het nieuwe Balgzand-
kanaal tussen Het Nieuwe Diep en het Waardkanaal
en Kolhornerdiep. Dit Balgzandkanaal en de nieuwe
Balgzanddijk werden buitendijks, dus op afstand van
de oude Balgdijk van de Anna-Paulownapolder aan
gelegd omdat men het niet aandurfde te dicht bij deze
vrij zwakke dijk te komen. De gebeurtenissen van 1916
waren niet vergeten.34
Onzekerheid en kritiek
De Zuiderzeewerken raakten de Wieringer samenle
ving diep. De onzekerheid speelde de mensen parten.
Wat waren de consequenties van de aanleg van die
twee afsluitdijken en de drooglegging van de Wierin-
germeer? Wieringen was weliswaar uit zijn isolement
verlost en met het vasteland verbonden, maar men
30 Kapglooiing is een extra stenen kade of lage dijk aan de zeezijde. Vaak ter
vervanging van een oud paalscherm.
31 Veel gegevens ontleend aan Schuiling (1927) en Rapporten en mededelingen
Zuiderzeewerken (1929).
32 Pleijster e.a. (2014), 80.
33 NHA, tg. 3, inv.nr. 291, 30-9-1786
34 Lambooij (1994), 129 e.v.
WIERINGER DIJKGESCHIEDENIS
95