De stormvloeden van 1894 en 1898 Het heemraadschap in latere jaren56 Vroeger niet, nu niet en in de toekomst niet. Hij zou zich zelfs voor zulk gedrag schamen. Op 22 juni 1895 volgde Meijert Tijsen Gorter op als waarnemer om de waterhoogten te meten. Gorter werd bedankt voor de vele door hem verzorgde meetdiensten. Maar hij bleef het opzichterswerk nog enkele jaren volhouden, al had Evert Gorter zijn broer Simon bij slecht weer en storm vaak vanwege diens ouderdom geassisteerd. Als opzichter diende Simon op 27 augustus 1896 nog een klacht in bij het bestuur van het heemraadschap dat de Rijkssloot achter de dijk veelvuldig werd gebruikt om afgemaaid wier te depo neren. Zo raakte de waterafvoer verstopt. Hij droeg L. Timmerman voor om als onbezoldigd Rijksveld wachter hier scherp toezicht op te houden. Probleem opgelost. Het jaar 1894 bracht nieuwe verwoestende stormen. De stormvloed van 12 op 13 februari veroorzaakte schade aan de Rijkszeeweringen. Maar vooral eind december kregen de Wieringers er van langs. Op 22/23 december woedde er een zware stormvloed die in veel opzichten leek op die van januari 1877. Het gebeurde weliswaar tijdens doodtij, maar vooral langs de Noordzeekust liep het water toch hoog op. De schade was het grootst bij de voormalige Quarantaineplaats, daar werd in totaal bijna 2000 m2 steenglooiing vernield. Een week later, op 29 december, volgde nog een stormvloed, de laatste van dit roerige jaar. De aangerichte schade werd nu getaxeerd op 3.580 gulden.54 Toen op 19 maart 1895 gebreken werden geconstateerd aan een oud stuk paalscherm voor Den Oever en aan de Molgerdijk had dat volgens Gorter niets te maken met de paalworm. De palen waren op de grondslag verteerd door ouderdom. Voor onder zoek stuurde hij een stuk afgezaagd paalwerk van de Molgerdijk op naar zijn chef. Voor de zekerheid liet hij wormnagels aanbrengen om het paalwerk van de steigers tegen vraat door de paalworm te beschermen. Vier jaar later, in 1898, was er weer stevige stormschade. Hoewel hij al enkele jaren geen water waarnemer meer was, meldde de ervaren en altijd nog actieve Gorter zijn superieur dat bij de storm van 16 op 17 februari waterstanden waren voorgekomen van VZ 1,10 m. Hoe het met de dijken stond, kon hij niet meteen melden omdat de waterstand is op heden nog te hoog om deze zeeweringen te kunnen nagaan" Ook in september en op 29/30 november was het onrustig. Gorter rapporteerde dat "door het ruwe weder en de daarmee gepaard gaande stijve [stevige en aanhoudende] waterstanden bressen zijn geslagen in De stroomlijnen tijdens de stormvloed van 22 op 23 december 1894 om 3.00 uur. Blauw: intrekkende stroom, groen: dieptelijn van 5,0 m - NAP. Stroomsnelheden in cm per seconde. Overgenomen uit Lorentz (1926). de steenbekledingen rondom de voormalige Quaran taineplaats, beoosten den Bierdijk, vóór het Stroe en op de Oeverdijk" De hoogste waterstand werd op 29 november om 11.15 uur gemeten: VZ +1,61 m. Ook de Molgerdijk moest onder handen worden genomen. In de maanden die volgden werd daar 324 m verzwaard in de buitenglooiing en de herstelde buitenberm kreeg een basaltbekleding. In 1900 meldde Gorter nog dat door de oevervoorzieningen van het afgelopen jaar langs het Lutjestrand de daar aanwezige paalschermen niet alleen overbodig waren geworden, maar is hunne opruiming zeer gewenscht te achten, aangezien zij bij hooge zee meer Kwaad dan goed doen" Mis schien konden de palen elders worden gebruikt? Tenslotte. Uit de jaaropgaven van het heem- raadschap55 blijkt dat Gorter in 1902 nog in functie was. Hoewel door gebrek aan gegevens niet valt te achterhalen wanneer hij met werken stopte, is het aannemelijk dat hij in 1902 bij het bereiken van zijn 75e levensjaar met pensioen ging. Gorter overleed in 1917 op 90-jarige leeftijd. O.J. Bosker volgde hem op. Bosker zou de functie zowel bij Rijk als heemraadschap eveneens ettelijke decennia uitoefenen, tot 1942. Ook de Zuiderdijk liep in 1894 schade op. De zware storm had het water daar opgedreven tot AP 1,50 m, ongeveer een halve meter onder de kruin. De dijk van de Oosterlanderkoog werd op grote schaal over stroomd. Voor een dergelijke situatie was al vaker 74 WIERINGER DIJKGESCHIEDENIS

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2017 | | pagina 76