r Spotprent op het onder leiding van prof. W. Vrolik uitgevoerde onderzoek naar de paalworm. In 1860 verscheen het rapport van Vrolik c.s. waarin uitgebreid verslag werd gedaan van de proeven met gecreosoteerde palen bij Nieuwendam, op Marken en bij Den Helder. Links inspecteert Vrolik paalwerk, rechts wordt hij aangevallen door paalwormen en verwaait zijn rapport in de wind. Litho door H.L. Smits naar een prent door J.M. Schmidt Crans, maart 1860. Rijksmuseum Amsterdam, objectnr. RP-P-OB-89.298. uYaü DA ïfUMne ÖR 1 Esn lid dor Akiulfiiiic van WiitctiAihiijnH-n gelooft dal do paalworm, birinon da palen der we- teuedmp gelegen, uil de palen zal verdwijnen, (irib "1/ U i- lillllt. Uif paidwiiftn kent geene palen. had. De opzichter zorgde voor kruiwagens, kuipplan- ken, spaden, schoppen, bezems, stootijzers, steentan gen, bokken, berries, puinmanden, hamers, nijptangen, handzagen en booromslagen met boorijzers. 1877. Ook het in druk verschenen bestek voor de volgende drie jaren was zeer gedetailleerd. Het gaf bij voorbeeld aan dat de planken langs de buitenzijde van de kisting tegen iedere paal van het paalschermwerk met twee, en die langs de binnenzijde tegen iedere kistingpaal met drie "taaije" spijkers moesten wor den bevestigd.24 Materiaal voor dijkverbetering werd aangereden op een wagen met veren, met twee paarden ervoor en een voerman. Kosten per dag zes gulden en 40 cent. Dat onder druk creosoteren van hout maakte na de uitvinding van het procedé door de Engelsman John Bethell in 1838 snel opgang voor de verduurza ming van spoorbielzen. Bij vergelijkend onderzoek bleek bovendien dat op deze manier behandelde en in zee geplaatste palen goed bestand waren tegen de paal- worm.25 Het door de regelmatige vorm van de zuiltjes prachtig sluitend te zetten basalt verving de oude uit Scandinavië aangevoerde keien. Door de mechanisatie van de winning in de Duitse steengroeven en de ver beterde transportmogelijkheden kwam basalt na het midden van de 19e eeuw ruim beschikbaar. In de jaren 1871-1877 werd de Hondsbossche Zeewering totaal gereconstrueerd met een brede basaltglooiing. Nieuwe materialen en technieken die niet onopgemerkt aan de Wieringer dijken voorbijgingen. 22 Slikkeraarde werd nog in het begin van de 20e eeuw gebruikt om bijvoorbeeld houten constructies van binnen uit te versterken. 23 NHA, tg. 355, inv.nr. 1079. 24 NHA, tg. 355, inv.nr. 1079. 25 Baudet (1868); Vrolik e.a. (1860), 111-124; Ortt (1887). 63 WIERINGER DIJKGESCHIEDENIS

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2017 | | pagina 65