■tattf/tit* I "ffèt'H'/é. 1.V/J j/stA*'//"/' /srsrsv Jtr/ )i,\\\A ('(i'ilijk
i-rt**/ t/t fftti /ttif ///-J f/trr/ftir fsrtfrftf/t/if
Kaart van de gepro
jecteerde bedijking
van Waard-Nieuwland
met een profiel van de
zeedijk van de nieuwe
polder. P. van Diggelen,
1845. NHA, Rijks
waterstaat - Kaarten
voor 1850, NL-HlmN-
HA_269_1337.
De aanleg van dergelijke polders was voor
de investeerders een sprong in het diepe. Dat was al
gebleken bij het Koegras (droog 1817) en de Haarlem
mermeer (droog 1852). De drooggevallen gronden
bleken vaak zo slap en zelfs veenachtig, dat ze lange tijd
moeilijk te bewerken waren. Ervaringen die zich ook
aftekenden bij de aanleg van de Waard- en Groetpol
der (droog 1847) en de Anna-Paulownapolder (droog
1846-1847). Ploegen was in de nieuwe polders vaak
niet eens mogelijk; er moest dan met de hand worden
gewerkt. Om niet in de grond weg te zakken werden
de eerste tijd paarden voorzien van houten borden
onder de hoeven.14 Nog in 1916 lezen we dat de slappe
ondergrond waarop de dijken waren gebouwd weinig
weerstand bood tegen het dreigende water. Dat bete
kende dat ze voortdurend moesten worden opgehoogd.
Het dijkbestuur pleitte er in genoemd jaar dan ook
voor de dijken op minimaal 4,10 m NAP te brengen.
Ze zakten door hun gewicht vanzelf terug tot circa
3,50 m NAP. Ook in Waard-Nieuwland was het voor
de investeerders een vraag wat men zou aantreffen als
het water was weggepompt. Bovendien bleek een groot
deel van de polder veel dieper dan men had verwacht.
Technisch was een dergelijke onderneming altijd
ongewis. De arbeiders stonden de hele tijd bloot aan de
grillen van het weer en de wisseling van eb en vloed.
Stormen en hoog water leverden vaak schade, vertra
gingen en extra kosten op. Hoe dan ook: de polder
Waard-Nieuwland kwam in 1847 droog.
7 In de Franse tijd was het decimale stelsel ingevoerd. Maar in de dagelijkse
praktijk werd nog lang over ellen/duimen gesproken, waar m/cm werden
bedoeld. Pas na 1860 werden de huidige standaardbenamingen algemeen.
Op Wieringen was Volzee 0,2 m NAP. Aanvankelijk berekende men AP 8 cm
beneden VZ.
8 Aldus Beijer (1826), 245-247. Zie ook Van der Heide (1965), 413.
9 Vgl. Van de Ven (1993), hfdst. 6.
10 Portman (1799-1868) was kunstschilder en fotograaf. Hij nam samen met
kandidaat-notaris H. Koomen uit Winkel in 1842 het initiatief tot bedijking
van de Waard en Groet. Over Portman: Oudendal (2013).
11 Petrus van der Sterr (*17-8-1817 te Oudeschild, Texel) werd opzichter en
vertrok naar Amsterdam. Over Cornelis: Lambooij (2013), 42.
12 Verder bij Bremer (1980), 50 e.v.
13 Waiboer e.a. (1945), passim.
14 Over de agrarische activiteiten en de diep ingrijpende mislukkingen: Bremer
(1980), 56 e.v.
WIERINGER DIJKGESCHIEDENIS
57