p J /?- V*M flw /s/3 I tr - k. Wederom discussie Profielen van de beschadigde plekken aan de Oeverdijk voor en na de storm van 15 januari 1808. NHA, Rijkswaterstaat - Kaarten voor 1850, inv.nr. NL-HlmN- HA_269_1313. 'PftQF±C£.A™ StoiifivJaeilm La JftQf tf, V 4 /V, clirli lii'l \|fuvi*'l|mi|i| (O VT TfikiViÜ' h (i l",'»..n.r.iu S i'ii ln-f N i«r» r|n»i|d Óf'/J. <*.t. JI.i.'i/.vi |i<'H(nijilni^>fil lii"! Si"J»inj<rjrJiitH>l,f -ïmC. morJji II, l>4 icVit.il. u'l .SWiaiwrrlimilij PKOPJi. K, .M ,i.'"I X n,f in het laatste kwart van de 18e eeuw vorm had gekregen en het dijkbestuur van Wieringen behield zijn onder geschikte rol. Bij decreet van 8 augustus 1796 bepaalde het Provinciaal Bestuur dat voortaan de Noorderdijken evenals vele andere zeewerende dijken elders onder onmiddellijk beheer kwamen van de Commissie van Superintendenten over de Zeeweringen en Zeedijken. Deze commissie werd geautoriseerd reparaties te doen op kosten van de Staat. Zo werd de rol van de Superin tendenten van voorheen voortgezet. Jaarlijks vond nu de besteding van de werken plaats van staatswege. De Zuiderdijken bleven onder beheer van de dijkregenten ten laste van de ingelanden. Maar de municipaliteit van Wieringen was het daar niet mee eens. Via opziener Peereboom richtte het zich in het voorjaar van 1801 tot het Vertegenwoordigend Lichaam van de Bataafse Republiek, met het verzoek om een subsidie van 30.000 gulden voor de instand houding van de wierwerken aan de zo belangrijke Westerlander dijk en de aanleg van 100 roeden (360 m) steenglooiing. Het duurde even voordat het verzoek de uitdijende bureaucratie had doorlopen, maar op 15 augustus van dat jaar besliste de Agent (Minister) van Inwendige Politie en Toezicht op de Staat van Dijken enz. dat het onderhoud van de Westerlander dijk voor rekening van den Lande, dus van de centrale overheid, kwam. Dat was een belangrij ke en eigenlijk ook een logische beslissing, want juist deze dijk had veel te lijden onder de sterke stromingen in het Amsteldiep. Maar de beslissing was wel in strijd met wat historisch gegroeid was. Het verzoek betref fende de wierdijken werd gedeclineerd oftewel afgewe zen.52 Intussen gingen de normale onderhoudswerken gewoon door. Zo werd op 10 maart 1803 de ophoging van de paalwerken voor de Rinkewielsdijk over een lengte van 282,5 m aanbesteed.53 Na een hevige storm op 15 januari 1808 was er evenwel weer grote schade aan de Zuiderdijken, schade waar het dijkbestuur voor stond. Herstel kostte 9.000 gulden, over zes jaar uit te smeren. De toestand van de kas van het inmiddels door Napoleon ingestelde Koninkrijk Holland liet geen andere mogelijkheid open. Op 9 september 1808 werd bij besluit van Koning Lodewijk Napoleon een verho ging van de verponding gedecreteerd. Op via de land drost van het departement Amstelland aan de minister van Waterstaat ingediende vragen werd pas op 3 april 1810 gereageerd. Men kon zich als polderdistrict ingevolge de zojuist door de Koning uitgevaardigde Dijkwet het best kunnen melden bij de desbetreffende Ringcommissie, dat wil zeggen tot een van de commis sies die aan het hoofd zouden komen van dijkringen en bedoeld waren leiding te geven aan de samengevoegde polders en polderdistricten. Voor het Rijk had dit als 50 WIERINGER DIJKGESCHIEDENIS

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2017 | | pagina 52