De Zuiderdijken getroffen Gezicht op Hippolytushoef vanuit het zuidwesten. Pen- en penseeltekening door P. van Cuyck, 1778. Provinciale Atlas - Prenten en Tekenin gen, inv.nr. NL-HlmNHA_359_004425_M. het naar binnen stromende zeewater was zelfs de bin- nenteen van de Zuiderdijk aangetast. Ze waren zwaar teleurgesteld en stelden dat de hoge heren wel anders hadden gereageerd als deze die jammerlijke omstan digheden tijdens stormweer en hoge vloeden zelf in ogenschouw hadden kunnen nemen. Zij drongen er tenslotte op aan: hun te bevrijden van die onverdraaglijke overlast, dat sij telkens haar land aan alle kanten door 't zoute water sagen overstroomen, haar beesten verdrinken, ja haare huysen en imboel verderven, moetende in zulke tijden als vlugtelingen door haar medeburgers worden geholpen".32 De Gecommitteerden Raden rapporteerden eind augustus de Staten hierover, maar een beslissing bleef opnieuw uit.33 De status quo bleef in het noorden voor lopig nog maandenlang voortduren. ijs aan de zuidelijke dijken. Het ergste was de Hoorndijk er aan toe. Hoofden werden vernield, de wierdijk zelf van zijn plaats geschoven. Ook het tweede wierhoofd aan de Westerlander dijk werd door het ijs weggedrukt. Het gevaar was niet denkbeeldig dat de dijk om zou vallen. En dat had zeker consequenties gehad voor de veiligheid van heel Wieringen. Een soortgelijk gevaar bedreigde het derde Hoelmerhoofd. Bij de Kleverstee was wel 100 voet (30 m) dijk overhoop geworpen.34 De Gecommitteerden Raden deden dan ook een dringend beroep op de Staten "dit point by vernieuwing in deliberatie te neemen, en eindelyk ter conclusie te brengen" Zij stelden de Staten voor een som van 30.000 gulden uit 's Lands kas beschikbaar te stellen voor herstelwerkzaamheden.35 Maar weer werd de beslissing uitgesteld. Totdat de Wieringer regenten, die immers het beheer voerden over die zuidelijke dijken, het initiatief naar zich trokken en contact opnamen met de Gecommitteerde Raden die onlangs het eiland hadden Maar de ellende was nog niet ten einde: het eiland kreeg opnieuw een lange strenge winter te verwerken met in de nacht van 11 op 12 maart 1786 grote schade door kruiend 32 Ibidem, inv.nr. 291, 25-8-1784. 33 Ibidem, inv.nr. 735, 2-9-1784. 34 Ibidem, inv.nr. 291, 8-6-1786. 35 Ibidem, 26-7-1786. WIERINGER DIJKGESCHIEDENIS 45

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2017 | | pagina 47