jtS*si--? S>£y '224 *vps* -.ic £'-• 2
sss* iiZj-stsC2—ó*~s/. 4->-
ta-. S^. -J
pWb^//
>C-
Profiel van de Oeverdijk met steenglooiing. In de glooiing oude palen. De stippellijn geeft de waterstand tijdens de stormvloed van 1775 aan.
Detail uit een tekening van enkele profielen en een paalscherm van de Noorderdijk op Wieringen, 1806. Rijkswaterstaat - Kaarten voor 1850,
inv.nr. NL-HlmNHA_269_1304.
compleet nieuwe aarden dijken met een kruin op
12 Rijnlandse voet (3,77 m) boven gewoon hoogwater,
met een buitenglooiing van 1 op 5 en een binnen-
glooiing van 1 op 2. De aarden dijk werd vervolgens
afgedekt met graszoden en beschermd door een strek
kende kettingregel paalwerk op drie roeden (circa
11 m) buiten de teen van de dijk. Op de diepste plaat
sen moest keisteen en briksteen worden gestort tegen
ontgronding. Tekenend voor de nieuwe verhoudingen
was, dat Gecommitteerde Raden in datzelfde jaar de
Wieringer regenten opdracht gaven de nieuwe aarden
dijken voor één jaar - waarschijnlijk aan schapenhou
ders - te verhuren.
De Gecommitteerde Raden, begrijpende dat
het in Den Haag de bedoeling was de noordzijde te
laten herstellen, overhandigden het rapport van de
deskundigen aan de Staten. Ze deden daarbij het voor
stel om in 1779 te beginnen bij het hoge land achter
Noordstroe en vervolgens westwaarts te gaan. Ook was
het de bedoeling reparatiewerkzaamheden uit te voe
ren aan het Noorderhoofd en de zware Oeverdijk. De
verwachte kosten beliepen 53.299 gulden. Volgens het
vroegere advies van de deskundigen stonden voor 1779
nog 420 roeden (ruim 1.500 m) van de Rinkewielsdijk
op het programma, terwijl 660 roeden (circa 2.400 m)
van de Marskedijk van paal 48 tot het eind in 1780 on
der handen zouden worden genomen. Er moest echter
eerst onderzocht worden hoe het terrein er bij lag.
Gezien de zware lasten die op de Wieringers
drukten gaven de Raden aan de Staten in overweging
om de dijkbestuurders uitstel van betaling te verlenen
van de jaarlijkse 2.000 gulden, die ze moesten aflossen
op de verleende subsidie ad 25.000 gulden. De wier-
hoofden aan de Westerlander dijk moesten namelijk
alweer nodig gerepareerd worden en daar kon het
dijkbestuur die 2.000 gulden goed voor gebruiken. De
heren Gecommitteerden waren er van overtuigd dat
de regenten van Wieringen het geld uitsluitend aan dit
project zouden besteden, omdat ze immers bevrijd wa
ren van de zorg voor de Noorderdijken. Het betekent
niet meer en niet minder dan dat het dijkbestuur van
het beheer van de Noorderdijken was ontslagen. De
Staten waren niet langer slechts subsidieverstrekkers,
maar ook beheerders van deze dijken geworden. De
scheiding tussen noord en zuid leek compleet.
In een uitgebreide verantwoording die Den
Berger op 8 april 1780 tezamen met zijn collega Kos
aan de Raden overhandigde, staat te lezen dat zij het
Noorderhoofd bij Den Oever over een lengte van 15
roeden (54 m) hadden opgebouwd op enige rijsstuk-
ken, opgevuld met briksteen. Daar overheen had hij
een "keysteene glooyinghe" aangebracht. Wat zij nodig
hadden was dus rijs, briksteen en keisteen, in totaal
232H schagt (circa 1.100 m3). Peperduur materiaal!
De kosten van keisteen beliepen namelijk 11 gulden
per last (2 ton), een last briksteen slechts vier en een
halve gulden. Eerst moest echter het oude wier worden
weggehaald om een nieuwe wierlaag aan te leggen.
Het nog steeds aanwezige probleem van de paalworm
werd door Den Berger bestreden door het gebruik van
"Scheeps-Smeerzel" (koolteer).29
Ook de Oeverse dijk moest ontdaan worden
van wier. Daarvoor in de plaats zou dan een aarden
dijk komen van 80 roeden (een kleine 300 m) lang.
Voor elke roede berekende hij circa 40 schagten
(180 m3) specie. De oude dijk kon daarvan de helft
leveren. Verder was er schoeiingwerk nodig van
"geschulpte paalen" en een vaste steenglooiing van
80 lasten (160 ton) keisteen en 80 lasten briksteen. Een
arbeider kreeg vijf gulden per roe (3,6 m). Ook voor
de overige dijken in het noorden - de Molgerdijk, de
Rinkewielsdijk en de Marskedijk - gaven de opzieners
de voorkeur aan aarden dijken, eventueel versterkt
door paal- en kistwerken. Het hele project was door
42
WIERINGER DIJKGESCHIEDENIS