Leendert den Berger (1743-1802)23 Een belangrijk en invloedrijk man, iemand van aan zien, die tijdens zijn frequent verblijf in Den Haag het voorname Keizershof aandeed. Een echte waterstaats man, ook in zijn particuliere leven. Tegenover zijn woonhuis, het deftige Brakenstein dat door hem in Franse stijl was ingericht, liet hij de Schilsloot aanleg gen. Zo kwam een verbinding tot stand met Oude- schild, waar de koopvaarders van VOC en WIC op de Rede van Texel een gunstige wind afwachtten. Vlak bij Leenderts huis bevonden zich de Wezenputten, bekend om hun zuivere drinkwater dat sterk ijzerhoudend was en daardoor lang fris bleef. Via de Schilsloot werd dit drinkwater in zeer grote hoeveelheden naar de schepen getransporteerd. Een schip met 250 man nam ongeveer 100.000 liter water mee, voldoende om Kaap de Goede Hoop te halen. Gelukkig is een groot deel van de brieven van onder andere zijn vriend Christiaan Brunings, de befaamde oprichter van RWS en inspec teur-generaal van 's Lands Waterwerken in het gewest Holland, bewaard gebleven. Eens vroeg deze vanuit zijn herenhuis Swaanenburg (Halfweg) om hem met desselfs bekende kundigheden te willen voor lichten hoe hoog ik tegenwoordig één cubieke voet of roede groene wier rekenen moet; hoeveel ik ten naastenbij dien prijs zoude moeten verhoogen om de wier hier aan het hoofd in het IJe te brengen" Leendert hielp hem uit de brand. Zijn taken waren menigvuldig. Allereerst was er zijn eigen rayon, de alle aandacht vragende Texelse zuidkust. Maar in 1775 hield hij zich bezig met plannen om de Waard en Groet in te polderen. Zijn Consideratiën en Berigten beslaan 80 pagina's druk.24 Daarnaast werd hij uit het hele land om advies gevraagd: door Delfland, Uitwaterende Sluizen in Edam, op Urk en Schokland en door waterschappen van Zeeland tot en met Staats-Vlaanderen. Zijn collega Klaas D. Kos vroeg hem op 5 maart 1792 om hulp toen de strijkmolens van de Heerhugowaard onder handen werden genomen. Hij werkte aan de Zaankant en zoals gezegd op Wieringen.25 Drie jaar lang duurde zijn proef met onbehandelde en geteerde palen aan de haven van Nieuwe Diep. Het slaan en trekken van de palen en de controle op mogelijk nog aanwezige paalworm deed hij samen met zijn collega-opzieners. Bij dit alles vergat Den Berger zijn familiebelangen niet. Zijn dochter Antje, inmiddels weduwe geworden, kreeg door zijn bemiddeling in 1791 voor een half jaar de baan van "Casteleinse" in het logement van de Gecommitteerde Raden in Den Helder tegen een vergoeding van 137 gulden per jaar. WIERINGER DIJKGESCHIEDENIS Plattegrond van Leen dert den Bergers buiten plaats Brakenstein op Texel. Anoniem, derde kwart 18e eeuw. NHA, Rijkswaterstaat - Kaar ten voor 1850, inv.nr. NL-HlmNHA_269_1046.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2017 | | pagina 42