Yt'ctUt**. /At
Wieringen met het in 1683 weer ingebroken Nieuwland. Het staal van de dijk was vijf jaar later nog zichtbaar. Gelijktijdige kopie van een
kaart van het eiland door IJ. Haringhuijsen, A. van Twuyver en A. Bleuze (Bluzé), april/mei 1688. NHA, Rijkswaterstaat - Kaarten voor 1850,
inv.nr. NL-HlmNHA_269_1289.
"t Hontsbosch is tot drie ofte vier plaetzen overge-
loepen ende deurgespoelt mitte Noortzee. Zonder
grontbraecken nochtans. Daer inne ende wordt die
zee geschut aen de oude slaepr die t gehouden heeft
ende noch houdt. In Huysduynen loopt het water voor
in vuyt die Noortzee ende achter weder uyt in die
Zuyderzee. Ende daer zijn wechgespoelt wel hondert
huysen ende verdroncken wel LX persoonen. In t
Ooch zijn wechgedreven omtrent LX huysen ende drie
persoenen verdroncken. Ende es geinundeert. Texel is
geinundeert, Wieringen van gelycken" Op Wieringen
kwamen circa 50 mensen om het leven en de kerk van
Hippolytushoef werd verwoest.23
De ramp stond niet alleen. Ook de Opstand
tegen het Spaanse gezag ging Wieringen niet voorbij.
In 1572 probeerden de Watergeuzen het eiland te ver
overen, een invasie die echter mislukte. Als herinnering
aan de voor de geuzenaanvoerder Bloys van Treslong
onfortuinlijk verlopen strijd hangt zijn imposante
zilveren zwaard sindsdien aan de noordmuur van de
Michaelskerk te Oosterland.24
Ook in de eeuw die daarop volgde kreeg het
eiland volop zijn deel. Alleen al bij het Wieringer Nieuw-
land verdween in 1610 bij een zware storm een heel stuk
van de dijk van 1541 in de diepte.25 En in 1683 werd de
zelfde dijk op meerdere plaatsen zo ernstig beschadigd,
dat herstel niet meer werd overwogen. Heel Nieuwland
was voortaan weer overgeleverd aan het zilte zeewater
en dat bleef ruim anderhalve eeuw zo tot 1846, toen de
slikken opnieuw werden bedijkt en het gebied als polder
Waard-Nieuwland de geschiedenis inging.
21 Fruin (1902), 138 e.v.; Bremer (1979), 66 e.v.
22 Buisman dl. 3 (1998), t.a.p.
23 Ibidem, 644-645.
24 Hoogschagen (2010).
25 Allan (1850), 29 e.v. Ook: RAA, tg. 71.1.1.001, inv.nr. 18.
WIERINGER DIJKGESCHIEDENIS
17