ctwI CmO
Wieringen met het in 1541 herbedijkte "Nieuwe lant". Detail uit een kaart van Het Koegras door Nicolaes van der Heyde naar Dirk Abbestee,
1670. Provinciale Atlas - Kaarten en kaartboeken, inv.nr. NL-HlmNHA_560_001131_G.
Wieringen aan. De Informacie en de er aan voorafgaan
de Enqueste (1494) waren door de graaf van Holland
bevolen onderzoeken om de fiscale draagkracht van
steden en dorpen te bepalen.21
Toen kort daarop de resterende veenweiden
ten zuiden van het eiland waren verworden tot uitge
strekte schorren of slikvelden, was dat voor twee rijke
Amsterdammers, Adam Claessen en Claes Pieterssen
"met huere consoerten", reden octrooi aan te vragen
om dit gebied te mogen bedijken. Het zou volgens hen
die arme Wieringers ten goede komen. Het gebied was
namelijk door zware stormen geïnundeerd en aan zijn
lot overgelaten daar de ingelanden geen kans zagen
ze opnieuw te bedijken. We schrijven dan 1541, het
geboortejaar van het eerste Wieringer Nieuwland, 700
morgen (circa 630 ha) groot.
Stormen en watersnoden zijn onvoorspelbaar.
Hun frequentie loopt sterk uiteen. Zeer berucht waren
het einde van de Middeleeuwen en in het bijzonder
de 16e eeuw met enorme stormvloeden in 1508, 1509,
1514, 1532 en 1570. Zo werd tijdens de zogenaamde
Cosmas- en Damianusvloed van 1509 heel Holland
met de ondergang bedreigd en leed ook Wieringen
grote schade.22 De meest verwoestende stormvloed
was ongetwijfeld die op de ochtend van 1 november
1570, de feestdag van Allerheiligen. Midden in de
nacht werden tijdens springvloed, gepaard met zware,
van zuidwest naar noordwest ruimende stormwinden,
enorme hoeveelheden water op de Noordzeekusten
van Vlaanderen tot ver in Oost-Friesland geworpen.
Volgens moderne berekeningen zou het zeewater te
Scheveningen toen ongeveer 25 cm hoger hebben ge
staan dan bij de watersnood van 1953. Naar schatting
kwamen tenminste 20.000 mensen om. In een rapport
aan de Spaanse landvoogd Alva vermeldde Barthold
Eernst, griffier van het Hof van Holland, onder meer:
16
WIERINGER DIJKGESCHIEDENIS