Keileem, een "leymachtige specie" Het was al vrij vroeg bekend dat zich in de bodem van Wieringen veel keileem bevindt. Twee tot acht meter dikke lagen verpulverde steenmassa's die zich aan de onderkant van het landijs hadden gevormd in de ijstijd, 200.000 jaar geleden.6 Keileem komt in heel Noord west- en Noord-Nederland voor, inclusief onder de Waddenzee en de vroegere Zuiderzee. Het is daar als een bijna aaneengesloten en golvend dek afgezet, duikt nu eens dieper in de ondergrond en komt op andere plaatsen juist omhoog tot 13 m NAP, zoals bij Wester- land. We zien dat ook op de hoge gronden van Texel, Gaasterland, Urk, Vollenhove, en zelfs op Schokland. Dijken placht men op Wieringen al eeuwen in te graven in deze keileemlaag, of zoals de 18e-eeuwse opzichters het noemden "leym-achtige specie". Keileem werd bovendien gebruikt om de zeezijde van aarden dijken te verstevigen, daar het "eene fijne en vettige klei [was], die, hard gedroogd zijnde, zeer bekwaam is om 't Zeewater te keren en den Dijk voor 't uitkalven te bewaaren"7 Allan wijdt nog een enkel woord aan deze "lijmaarde, waarmede de Bakkers hunne ovens van De buitendijkse abrasievlakte Breehorn bij het Normerven in 2014. Door eeuwenlange golfwerking is het zand van de keileem gespoeld. Op de vlakte enkele zwerfstenen. Paul Paris Les Images, Amstelveen. boven bestrijken".8 Niet iedereen was overigens blij met het ondoordringbaar karakter van keileem. De grond van de begraafplaats in Stroe bevatte zoveel steenachtig grond dat de doodgraver niet zonder een pikhouweel zijn graven kon delven. Het eiland lag zeer gunstig voor de scheep vaart vanuit Dorestad via het meer Flevo naar het Vlie en de Noordzee. Na de verovering (rond 720) van de Friese kustgebieden door Karel Martel, de grootva der van Karel de Grote, namen de nieuwe heersers op vele plaatsen bestaande domeingoederen in bezit, waarvan de exploitatie voortaan ten goede kwam van het voortdurend rondreizende Karolingische Hof. De strategische ligging van Wieringen zal een overweging zijn geweest om op Stroe een dergelijk Koningsgoed te vestigen, zoals ook het geval was bij onder andere Urk, Dorestad en Deventer.9 Geleidelijkaan werden veel van deze goederen overgedragen aan geestelijke instellin gen, waaronder belangrijke kloosters als Echternach in Luxemburg, waar Willibrord begraven ligt. Maar het was de bisschop van Utrecht die hier de belangrijkste rol ging spelen. Van die strategische ligging van Wieringen maakten ook de Vikingen gebruik, die kort na de dood van Karel de Grote in 814 vanuit het noorden en oosten kwamen aanvaren en zich bij Den Oever en Westerland vestigden. Op het Westerklief lieten ze kostbare schatten aan munten, sieraden en zil- verbaren na. Of was het misschien een autochtone Wieringer die uit angst voor diefstal de schat voor eigen voordeel begroef?10 Via de genoemde scheep- vaartroute zal ongetwijfeld de tufsteen zijn vervoerd waarmee in het tweede kwart van de 12e eeuw stenen kerken werden gebouwd ter vervanging van houten voorgangers. De oudste op Hippolytushoef, daarvan afgesplitst Oosterland en tenslotte Stroe en Wester land.11 Kerken waarvan de ouderdom nog eens wordt onderstreept door de keuze van de patroonheiligen, zoals de aartsengel Michael (Oosterland) en heiligen als Hippolytus (Hippolytushoef), Willibrord (Stroe) en Nicolaas (Westerland). Bij de recente restauratie (1990 1994) van de prachtige Romaanse tufstenen kerk van Oosterland zijn bij de reconstructie van het koor-an- nex-crypte behalve funderingsstenen van het in de 19e eeuw afgebroken koor ook restanten van paalgaten gevonden, die mogelijk wijzen op een ouder kerkje uit de negende, 10e of vroege 11e eeuw. Gezien de reeds eeuwenlang bestaande welvaart van het eiland, waar aan zich ook de Vikingen vergrepen, is dat zeker niet onmogelijk. Rond 860 moet alleen al Stroe maar liefst 72 hoeven hebben gekend.12 Twee daarvan dienden voor het onderhoud van kerk en dienstdoende priester. Aangezien kerkstichting ondenkbaar is zonder een bevolkingsconcentratie, zou de ouderdom van Stroe en mogelijk de drie andere Wieringer dorpen daarmee zijn aangetoond. Een (parochie)kerk was immers meer dan alleen een religieuze stichting. Een kerkgebouw 12 WIERINGER DIJKGESCHIEDENIS

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2017 | | pagina 14