De aanleg van de Normerdijk, kijkrichting noordoost, mei 1926. Op de voorgrond de bouwput van de uitwateringssluis. Historische Vereni ging Wieringen, database nr. GAW 4050. Het leek daarom beter een compleet nieuwe zeedijk over het Wad te bouwen die tegelijk een deel van het (lage) Woudstrand droog hield. Dat was technisch goed mogelijk, omdat het Wad daar geheel bestond uit keileem. Volgens berekeningen vormde dit de meest doelmatige én goedkoopste oplossing. De nieuwe dijk met een lengte van 1.865 m kreeg een kruinhoogte van 5,75 m NAP en werd de Normerdijk gedoopt, een naam ontleend aan het nabijgelegen Normerven. Om achterloopsheid bij de aansluiting van de dijk met de hoge gronden te vermijden werden daar enkele nieuwe verbindingsdijkjes geprojecteerd. Op 2 januari 1926 werd door de directeur-ge neraal der Zuiderzeewerken de aanleg van deze Normerdijk aanbesteed alsmede de verhoging van de Westerlander dijk met bijkomende werken. Laagste inschrijver was H.W. Klos uit Groningen voor 408.700 gulden. Als afwatering van het nu ingedijkte Woud- strand diende een betonnen duiker die in verbinding stond met de Waddenzee. De benodigde specie werd gebaggerd uit de hoge gronden van het Westerlander Klief en wel op de plaats waar ten behoeve van een nieuwe spoorbaan richting Friesland al een ingraving was gemaakt. Vervolgens werd aanbesteed het ver hogen van de Molgerdijk, de Groene Molgerdijk en een deel van de Bierdijk. Laagste inschrijver was W. Hermans in Den Oever met 102.700 gulden. Al deze dijken konden worden aangelegd op een vaste onder grond van keileem, zodat de uitvoering geen bijzonde re moeilijkheden opleverde. In 1927 was alles gereed. Aansluiting Afsluitdijk Uit de slechte en kostbare ervaringen met de Amstel- diepdijk werd lering getrokken. In 1926 verbonden vier grote aannemers zich tot de N.V. Maatschappij tot Uitvoering van de Zuiderzeewerken (MUZ). Het startkapitaal bedroeg zes miljoen gulden. Het werk plan werd vastgesteld in samenspraak met de Dienst Zuiderzeewerken en uitgevoerd in strikt overleg met het ministerie. Ir. J.A. Ringers kreeg de leiding. Het hoofdkantoor kwam op Wieringen, diverse topfiguren kwamen er wonen. Geografisch gezien vormde de oostelijkste punt van het eiland de meest logische plek om de nieuwe Afsluitdijk te laten aansluiten op het Wieringer dijkensysteem In 1921 was naast de vissershaven van Den Oever een werkhaven met opslagterrein aange legd. Het belang van deze haven kreeg een blijvend karakter door de nabijheid van het grote sluizencom- plex, de Stevinsluizen, in de Afsluitdijk. Bij de uitvoe ring van deze projecten moest al rekening worden gehouden met na de afsluiting van het Amsteldiep in kracht toenemende getijstromen aan de oostpunt. Met als risico dat de funderingsgronden van de sluizen 98 WIERINGER DIJKGESCHIEDENIS

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2017 | | pagina 100