Aft. 9. Kaart van de polder Waal en Burg op Texel. Noorden links boven. Kopie, 17e eeuw, naar Jan Pietersz. Dou, circa 1615. Manuscript in kleur, 96 x 118 cm. NHA, Rijkswaterstaat - kaarten voor 1850, inv.nr. NL-HlmN- HA-269-1161. "Jan Pietersz Dou lantmeter tot Leijden voor hem ende zijn soon aende Wormer soo met meeten als andersins verdient alles breder inde declaratie vanden XIIIen meij totten laesten augusti jongstleden actum binnen Purmereijnde den 28en october 1624 245:18:- "29 "Voor hem ende zijn soon": zette Johannes - in de zomer van 1624 negen jaar oud - in de Wijde Wormer zijn eerste echte schreden in het vak? Of gaat het om een oudere zoon, bijvoorbeeld de in 1609 geboren Phi lips Jansz.? Waarbij dan wel moet worden aangetekend dat deze later voor een ander beroep koos.30 Waal en Burg op Texel "En was ondertekent Jan Pietersz. Dou". Dat prijkt rechts onderaan een kaart van de bedijking Waal en Burg op Texel. Hier blijkt al uit dat we met een kopie te maken hebben, die Dou niet zelf getekend heeft. Waal en Burg was een gebied van slikken en schorren ten noordwesten van het dorpje De Waal. Reeds in 1436 had Margaretha van Bourgondië een bedijkingsoctrooi verleend. Het kwam er echter niet van en een halve eeuw later, in 1488, gaf Maximiliaan van Oostenrijk een nieuw octrooi uit aan de rentmeester van Texel Cornelis Cruesinck cum suis. In dit tweede octrooi werden belastingvrijstellingen verleend voor de ter mijn van 10 jaar. Daarna was een erfpacht van 15 gulden per jaar verschuldigd. Cruesinck verwierf meteen de ambachtsheerlijkheid van Waal en Burg tegen betaling van nog eens 15 gulden per jaar. Rond 1506 was de dijk gereed, maar deze begaf het enkele jaren later. In 1518 traden Stans Claesz. Banning en Willem Gerritsz. als woordvoerders van de belangheb benden naar voren. Zij herstelden de dijk. Helaas begaf die het in 1532 opnieuw. Van reparatie van de schade kwam niets, maar de eigenaren bleven de erfpacht betalen en behielden zo hun rechten.31 In 1611 ondernamen de nakomelingen van Stans Claesz. Banning en zijn drie dochters een nieuwe poging. In de zomer van dat jaar was de dijk voltooid en werd een octrooi aangevraagd bij de Staten van Holland. Het ging de bedijkers vooral om vrijstelling van belastingen ter ondersteuning van hun project 26 Ibidem, inv.nr. 19, fol. 1v. Vgl. Wieringa (1994), 66. 27 Ibidem, fol. 13v., 20v. 28 Ibidem, fol. 21r., 23r., 24v., 26v., 31r., 38v.; inv.nr. 32B, rekest aan Staten van Holland, mrt. 1625; Wieringa (1994), 67; Extract octroy Wormer (1692), kavel condities artt. XXXI-XXXIII. 29 Ibidem, inv.nr. 43, fol. 24v.; Dou (1629). 30 Verburgt (1933-1934), 23, 33. 31 Schoorl (1989), 88-96. DOU, LANDMETERS IN RIJNLAND EN HOLLANDS NOORDERKWARTIER, 1600 1680 95

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2016 | | pagina 96