Aft. 8. Kaart van de drooggemaakte Wijde Wormer. Noorden rechtsboven. Gemeten en verkaveld door Schout, Van der Meersch, Langedijk en
Backer, 1626. Kopergravure door L. van Teylingen, 1627, aangevuld en gecorrigeerd door A. Deur, 1668, 46 x 72 cm.
NHA, Provinciale Atlas - Kaarten en kaartboeken, inv.nr. NL-HlmNHA-560-001312.
1623 overleden en tijdens dezelfde vergadering viel het
besluit:
dat men beijde lantmeeters namentlijck Mr. Jan
Pietersz. Dou van Leijden ende Mr. Reijer [Cornelisz.
Schout] van Warmenhuijsen sullen verschrijven de
royinge [grenzen van percelen] te remedieeren, de
bestecken vande bestedingen inder besten forma ten
eijnde alles bequamer tyt tegen de compste van de
voornoemde hooftingelanden mach wesen gedaen"26
De besteding van de dijk en vaart vonden plaats op 20
juni 1624. Naar alle waarschijnlijkheid was Dou hierbij
aanwezig. Zijn rol in de droogmaking van de Wijde
Wormer bleef echter toch beperkt. In november 1624
stapten de droogmakers over op Simon Boonacker uit
Edam. Die was goedkoper. Maar ook Reijer Corne
lisz. Schout bleef actief. Beiden werden eind februari
uitgenodigd om over het ijs de dijken, sloten et cetera
uit te zetten.27
Helaas liep het project stevige vertraging op.
Op 9 maart 1625 begaf de Waterlandse zeedijk het
tijdens een noordwesterstorm. Het land rond de Wijde
Wormer overstroomde en de verse ringdijk hield het
niet. De polder liep weer vol en de schade aan de wer
ken was groot. In mei 1625 werd het herstel opgepakt.
Begin februari 1626 was men zo ver dat over de inrich
ting van de polder besloten kon worden. Het afmeten
van de kavels werd anders aangepakt dan in de Beem-
ster en Purmer. Reijer Cornelisz. Schout, Dirk Gerritsz.
Langedijk, beide uit Alkmaar, Pieter van der Meersch
uit Hoorn en Jan Jansz. Backer uit Schagen namen deze
klus op 11 maart 1626 aan voor 500 gulden, inclusief
de levering van een grote en een kleine kaart. Op 4 juni
was de Wijde Wormer zo droog dat het viertal werd
aangeschreven naar de polder te reizen en op maandag
7 juni met het meetwerk te beginnen. De verloting van
de kavels onder de investeerders vond op 1 augustus
1626 in Purmerend plaats na een dankdienst in de
kerk.28
De inzet van Jan Pietersz. Dou in de Wijde
Wormer bleef dus beperkt tot het jaar 1624. Hij ont
moette daar Reijer Cornelisz. en zij vergeleken samen
de meegebrachte Rijnlandse en Hondsbossche roede.
Dou verdiende bij elkaar 245 gulden en 18 stuivers in
de Wijde Wormer, zo blijkt uit de polderrekening over
1624:
94
DOU, LANDMETERS IN RIJNLAND EN HOLLANDS NOORDERKWARTIER, 1600 1680