--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
Tabel 1. Betalingen aan landmeters in
de Beemster, 1611-1613 (afgerond op hele guldens).
landmeter
1611
1612
1613
Augustijn Bas (Alkmaar)
353*
808**
221
Matthijs Jansz. (de) Been en zoon (Delft)
212
Adriaan Andriesz. de Bruin (Leiden)
75
36
Jacob en Leendert Cornelisz. (Alkmaar?)
213
Jan Pietersz. Dou (Leiden)
281
326
39
Marten van den Enden (Beemster)***
170
93
Gerrit Dirksz. Langedijk (Alkmaar)
387
406
86
Gerrit Pietersz. Schagen (Alkmaar)
28
Reyer Cornelisz. Schout (Warmenhuizen)
455
Lucas Jansz. Sinck (Amsterdam)
242
391
Totaal
1.366
3.017
439
N.B. De rekening over 1611 liep van mei 1611 tot mei 1612. Daarna lopen de rekeningen steeds van februari tot februari van het volgend jaar.
incl. het tekenen van enkele kaarten.
incl. leverantie van touw en lijn.
Tussen 2 en 9-9-1613 als landmeter geadmitteerd door het Hof van Holland. Dan gevestigd in de Beemster. In april 1615 als vaste polderlandmeter aangesteld.
Bron: WA, APB, inv.nr. 25, fol. 27v.; inv.nr. 396, vol. 294r.-304v.; inv.nr. 397, fol. 706v.-728v.
inde winter voorlede met de gedaan metinge over d
ijs ende t geene daar aan cleeft is verdient". Het zelfde
geldt voor Bas.9 Schagen, Langedijk en Bas verdien
den drie gulden per dag. Dat zal ook wel aan Dou zijn
betaald. Tabel 1 geeft een overzichtje van de posten
in de financiële administratie van de Beemster over
de j aren 1611-1613 met betrekking op betalingen aan
landmeters. Het gaat hierbij niet alleen om de verdien
de daglonen, maar ook hun onkosten.
Uit dezelfde administratie blijkt dat de land
meters met hun kettingdragers een vaste pleisterplaats
in de herberg Het Huis te Egmond te Purmerend
hadden waar waardin Annetgen Ariaans de scepter
zwaaide. Zij kreeg bij elkaar in 1611 een kleine
200 gulden betaald voor alles wat de landmeters in
dienst van de polder hadden gegeten en gedronken.10
Doel van de metingen was zoals gezegd een
"perfekte caerte" een grote plankaart. De droogmaking
vorderde goed en eind maart 1611 bogen de hoofd
ingelanden zich over de inrichting van het nieuwe
land. Sinck kreeg die dag opdracht op gelijke afstand
van elkaar op de kaart vier wegen in de lengte en vier
wegen in de breedte in te tekenen en midden tussen de
wegen vijf sloten in de lengte en de breedte. Zo kreeg
de beroemde landschapsarchitectuur van de nieuwe
polder opgebouwd uit grote vierkanten gestalte.11 In
september 1611 was de inrichting tot het niveau van de
verdeling in kavels uitgewerkt. De heren besloten toen
de kavels te leggen zoals ze op de tijdens de vergade
ring getoonde kaart geprojecteerd waren. In oktober
1611 maakten de hoofdingelanden een ronde over de
ringdijk met Gerrit Dirksz. Langedijk en Augustijn Bas,
die overal met de kaart erbij de langs de dijk geplande
kavels aanwezen. Afgaande op de rekening werden er
in de winter van 1611 op 1612 door Reyer Cornelisz.
en Adriaan de Bruin opnieuw op beperkte schaal me
tingen over het ijs gedaan.12
5 Zie de bijdrage door Van Zwet elders in deze uitgave.
6 Wieringa (1994), 57; Van Zwet (2009), 60.
7 WA, APB, inv.nr. 25, fol. 42v. Vgl. Wieringa (1994), 59.
8 Ibidem.
9 WA, APB, inv.nr. 396, fol. 294v. (citaat), 298v., 300r., 304v. Vgl. Wieringa
(1994), 59. Zie ook de site http://www.poldersporen.nl/ontwerp/ontwerpers.
html.
10 WA, APB, inv.nr. 396, fol. 288r., 290v., fol. 294r., fol. 299r.
11 Het aantal sloten en wegen werd naderhand omgedraaid, dus vijf maal vijf
wegen en vier maal vier sloten. Aten, 'Water tot werelderfgoed' (2012), 26-30.
12 WA, APB, inv.nr. 25, fol. 56r., 59v.; inv.nr. 1, p. 97; inv.nr. 397, fol. 706v., 719v.
Vgl. Wieringa (1994), 60.
DOU, LANDMETERS IN RIJNLAND EN HOLLANDS NOORDERKWARTIER, 1600 1680
89