Wiacri
ZUTER
1 (jirn \tmle
Vtnit Que^c* mitii ha£*
I> /w* tmnt ad* A.'^r n J
.-VU, rj ftfisf tdtUfUtnjjil --' I
jtf tj IvrtfOi **f! MvjUrfAt, f
PuKMERWiT
GifJnvti- trt
ftr Wi tUtt L*0. cf V Mb
kit vs -jtU/ ZftMcvyftr.
VVORMER
Aft. 2. Kaart van de Beemster en omstreken vervaardigd in verband met de aanstaande droogmaking. Gemeten door Pieter Cornelisz. Cort,
1607. Uitgave Willem Jansz. [Blaeu], Amsterdam. Ets en gravure, 37 x 45,5 cm. RAA, PR 1004144.
Heel belangrijk was ook dat de initiatiefne
mers in een vroeg stadium precies te weten kwamen
wat de oppervlakte van het meer was en bijgevolg
hoeveel nieuw land het zou opleveren. Hier hing veel
vanaf omdat de aandelen in het project in kavels wer
den uitgedrukt en men de kosten verbonden aan de
droogmaking over de kavels omsloeg. Het meten van
de oppervlakte van een meer was begin 17e eeuw niet
eenvoudig. De methode van de 'voorwaartse snijding'
vanaf de wal over het water had zijn beperkingen, ook
met inzet van het door Dou ontwikkelde verbeterde
hoekmeetinstrument.5 De resultaten van metingen met
behulp van meetkettingen waren veel betrouwbaarder.
Dat kon 's winters gedaan worden als het meer was
bevroren. Voor een dergelijke grote opmeting met ket
tingen over het ijs was wel een heel team van ervaren
landmeters nodig.6
De hoofdingelanden van de Beemster beslo
ten op 3 januari 1611 tot een dergelijke meting zodra
er betrouwbaar ijs was en op basis van de verzamelde
gegevens een "perfekte caerte" te laten maken.7 Hiertoe
wilden de heren uitnodigen de twee landtmeters
tot [uit] Leijden, Augustijn Bas ende noch twee
landtmeters tot Alcmaer omme ter gelegender tijt met
mr. Lucas de meting te doen".8 Bij mr. Lucas gaat het
om Lucas Jansz. Sinck uit Amsterdam. Hij nam na het
overlijden van Pieter Cornelisz. Cort in het begin van
1608 diens rol als de landmeter waarop de hoofdin
gelanden voor het dagelijkse werk vertrouwden over.
De uit Alkmaar a&omstige Augustijn Bas was ook al
eerder in de Beemster aan de slag geweest.
De rekening van de Beemster over 1611 geeft
uitsluitsel over de exacte samenstelling van het team
landmeters dat ergens in de eerste maanden van 1611
de Beemster over het ijs opmat. We komen daarin
naast Sinck en Bas tegen Gerrit Pietersz. Schagen en
Gerrit Dirksz. Langedijk, beide uit Alkmaar, en Jan
Pietersz. Dou en Adriaan de Bruin uit Leiden. In het
geval Van Langedijk wordt expliciet vermeld dat in de
afrekening met hem oock is begrepen tgeene
88
DOU, LANDMETERS IN RIJNLAND EN HOLLANDS NOORDERKWARTIER, 1600 1680