Jan Pietersz. en Johannes Jansz. Dou boven het IJ Vader en zoon Dou waren niet alleen in Rijnland actief. Als daar geen werk was, namen zij gemakkelijk klussen elders in de Republiek aan. In de eerste decen nia van de 17e eeuw was er in het Noorderkwartier van Holland geregeld vraag naar landmeters in verband met de droogmaking van de grote meren in het gebied. Jan Pietersz. Dou maakte in de (leer)boekjes van zijn hand gewag van zijn werkzaamheden bij de grote Noord-Hollandse droogmakerijen Beemster en Wijde Wormer.1 In 1994 vulde Frouke Wieringa de rol van landmeters tijdens de droogmaking van de Beemster, Purmer en Wijde Wormer verder in.2 Tijdens haar onderzoek dook Jan Pietersz. Dou niet alleen op in de Beemster en Wijde Wormer, maar ook in de Purmer. In het Noord-Hollands Archief te Haarlem is een kopie van een kaart door Dou van de bedijking Waal en Burg op Texel uit 1615 aanwezig. Uiteraard is het in deze uitgave zaak de activiteiten van Jan Pietersz. Dou in de grote Noord-Hollandse droogmakerijen nog eens onder de loep te nemen. Wat heeft hij daar precies gedaan? En hoe moeten we zijn inzet waarderen in het geheel van het vele meetwerk dat aan de droogmaking en inrichting van landaanwinningen was verbonden? Hierbij zal wat dieper worden ingegaan op de Beem- ster om duidelijk te maken wat er allemaal bij een dergelijk megaproject kwam kijken. Over de andere landaanwinningen kunnen we dan korter zijn. Zoon Johannes Dou geniet in Noord-Holland vooral bekendheid door de grote wandkaart van het hoogheemraadschap van de Uitwaterende Sluizen in Kennemerland en West-Friesland (US). Deze ver scheen in 1680 in druk. De kaart van US bleef bijna anderhalve eeuw in gebruik. Minder bekend is Dou's inzet in het kader van het Groot Proces over de verstoeling van de West-Friese Omringdijk in de jaren vijftig van de 17e eeuw. In verband met een eerlijke omslag van de kosten verbonden aan het onderhoud van de Omringdijk was het noodzakelijk een exact beeld te krijgen van de oppervlakte van de vier grote ambachten waarin West-Friesland was verdeeld. Daar werden Johannes Dou en zijn Zeeuwse collega Corne- lis Lenaertsz. Koutter voor aangetrokken. Er is in het verleden reeds het nodige over zowel de wandkaart van US als het Groot Proces gepubliceerd. Maar Dou's werkzaamheden - die in het geval van de eerstge noemde kaart twee decennia besloegen - bleven hierbij onderbelicht. Daar richten de betreffende hoofdstuk ken zich vooral op. Waarom werd juist Johannes Dou voor deze grote klussen benaderd? Hoe was precies de relatie met zijn opdrachtgevers? Op welke manier ging hij te werk? Voor welke moeilijkheden kwam hij te staan? En speciaal voor zijn meetwerk in het kader van het Groot Proces: hoe werkte dat door in de verschil lende (tussen)vonnissen? 86 DOU, LANDMETERS IN RIJNLAND EN HOLLANDS NOORDERKWARTIER, 1600 1680

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2016 | | pagina 87