Aft. 2. Kaart van de
ontworpen polder
in Oudshoorn, 1627.
Manuscript in kleur, 51
x 43 cm. De te stichten
polder is groen gekleurd.
In het noordwesten van
het al bestaande Vrouw-
geestpoldertje, aan de
scheidingssloot tussen de
ambachten Oudshoorn
en Koudekerk, staat
een watermolen. In het
Vrouwgeestpoldertje
ligt ook een eenden
kooi ("vogelcoij"), net
als in het gebied dat
afWatert op de aan de
Lage Rijndijk grenzen
de polder Gnephoek.
De afwateringsduiker
ligt in het zuidoosten
van dit gebied, naast
de Heimanswetering of
Woudwetering.
HHR, collectie kaarten,
A-1239.
turfwinning mogelijk te maken.71 Jan Pietersz. Dou
kreeg met deze grootschalige poldervorming te maken
en heeft daarvan diverse kaarten gemaakt. Een aantal
van die kaarten wordt hierna beschreven. Ook was
hij betrokken bij een nieuw fenomeen in Rijnland: de
droogmakerij. Dou had hiermee ervaring opgedaan in
de Beemster en de Purmer en was dus goed voorbereid
toen in 1622 de droogmaking van de Lisserpoel bij
Lisse van start ging.
In april 1627 maakte Dou een kaart naar
aanleiding van een verzoek om een polder met een
oppervlakte van ongeveer 150 morgen (128 ha) in
Oudshoorn te vormen. De geplande polder bestond
uit het al bestaande Vrouwgeestpoldertje, op de kaart
aangeduid als "Vrouwenpolder", het ten oosten daarvan
gelegen "Buyte Land" en land ten zuiden van poldertje
en buitenland dat door een duiker afwaterde op de
polder die tot aan de Lage Rijndijk liep. Daarmee werd
de polder Gnephoek bedoeld. Deze afwatering mocht
alleen plaatsvinden als de polder Gnephoek zelf geen
problemen met overtollig water had.
Nadat de initiatiefnemers een verzoekschrift
aan dijkgraaf en hoogheemraden van Rijnland hadden
gezonden om hun plan door a&ondiging in de kerk
openbaar te maken, maakten andere landeigenaren en
pachters bezwaar. Het lukte niet om tot overeenstem
ming te komen en in 1631 begon een proces voor de
vierschaar van de hoogheemraden van Rijnland tussen
de initiatiefnemers en de opposanten. Twee jaar later
eindigde dit proces met een vonnis van hoogheem
raden waarbij de aanvraag tot polderstichting werd
afgewezen.72
In december 1631 ging Jan Pietersz. Dou weer
aan de slag met een nieuw polderplan. Aanleiding was
WOORT
yïJlHCW J'
WESTS
Hoacymaf
70
DOU, LANDMETERS IN RIJNLAND EN HOLLANDS NOORDERKWARTIER, 1600 1680