vf.4
Aft. 4. Kaart van het ontworpen kanaal achter Alphen, opgemaakt in verband met de taxatie van te onteigenen grond, 1660. Noorden rechts.
Manuscript in kleur, 41 x 104 cm. De percelen langs het kanaal zijn genummerd, met vermelding van de namen van de eigenaars. Ook zijn
drie ontworpen bruggen over het kanaal aangegeven, twee bruggen die de Hoge Rijndijk verbinden met de Dorpsstraat van Alphen en een
brug ter hoogte van het Molenpad. HHR, collectie kaarten, A-0298.
De aanleg van deze bypass, waardoor de
waterafvoer uit het oosten niet langer door ondiepten
bij de brug van Alphen werd gehinderd, werd tot in de
20e eeuw als nuttig beschouwd. In 1896 nam Rijnland
het aandeel van Woerden in het kanaal en bijbeho
rende kunstwerken over. Hierbij werd bepaald dat de
afvoercapaciteit van het kanaal niet verminderd mocht
worden. De bruggen over het kanaal werden vervol
gens door Rijnland overgedragen aan de gemeente
Alphen.49
Tot de jaren 50 van de 20e eeuw was het
kanaal nog steeds van belang voor de waterafvoer. Op
de vraag van de gemeente of demping mogelijk was,
antwoordde Rijnland dat dit alleen kon als de brug
over de Oude Rijn een breder doorstromingsprofiel
kreeg. Uiteindelijk vond de gemeente demping van het
hele kanaal niet nodig. In 1956 kreeg zij vergunning
om 65 m te dempen, waarbij in het gedempte stuk een
duiker met een inwendige diameter van 1,50 m moest
worden gelegd. In 1960 vervielen de bestaande over
eenkomsten tussen Rijnland en het Groot-Waterschap
van Woerden over de waterafvoer in het kanaal achter
Alphen. Hoewel dit niet meer van belang is, bestaat het
kanaal nog altijd.50
Een kanaal door de duinen
In 1634 tekende Jan Pietersz. Dou het gebied langs de
grens van Rijnland tussen het IJ en de Noordzee. De
kaart toont de slechts enkele kilometers brede strook
land tussen de zee en het Wijkermeer, de westelijke uit
loper van het IJ. Deze strook werd ook 'Holland op z'n
smalst' genoemd. Alleen het gebied aan de onderzijde
van de kaart behoorde tot het hoogheemraadschap van
Rijnland. De grens is niet aangegeven. Door de duinen
en de geestgronden die de strook land tussen Noord
zee en Wijkermeer vormden, heeft Dou een "beraemd
kanael" getekend.
Dou ontving de opdracht om deze kaart te
maken op 25 april 1634 van een commissie van vier
hoogheemraden en twee hoofdingelanden die een
inspectiereis maakten. Dat deden zij op grond van
een twee maanden daarvoor genomen besluit van
dijkgraaf, hoogheemraden en hoofdingelanden naar
aanleiding van een verzoek van schouten en ambachts
bewaarders van dorpen langs het Haarlemmermeer.
Deze plaatselijke bestuurders maakten zich zorgen
over de afslag van de oever van het meer en vroegen
om maatregelen tegen het voortdurende verlies van
land. In de vergadering van 25 februari waren een aan
tal mogelijkheden genoemd: droogmaken en bedijken
van het meer, verbetering van oevers en maatregelen
om de waterstand beter onder controle te kunnen
houden, zoals het maken van uitwateringen naar zee of
het leggen van meer uitwateringssluizen in de Spaarn-
dammerdijk en het oprichten van enige molens aldaar.
De vergadering besloot een commissie van onderzoek
in te stellen.
Wat het maken van uitwateringen naar zee
betreft was sprake van Katwijk en van de Breesaap bij
Velsen. Laatstgenoemd gebied is hier afgebeeld, met
het mogelijk aan te leggen afvoerkanaal tussen het
Wijkermeer en de Noordzee. In het IJ en het Wijker
meer trad sinds de 16e eeuw verlanding op. Modder
en slib bemoeilijkten de uitwatering van Rijnland.51
54
DOU, LANDMETERS IN RIJNLAND EN HOLLANDS NOORDERKWARTIER, 1600 1680