Aft. 3. Kaart van twee ontworpen kanalen om het water van de Rijn bij Alphen beter te kunnen afvoeren, 1651. Noorden linksboven.
Manuscript in kleur, 61 x 81 cm. De kaart toont de Rijn langs Alphen met de Hoge en de Lage Rijndijk, de Alphense brug en de kerk te Alphen.
Het ontworpen kanaal aan de kant van Aarlanderveen is aanzienlijk langer dan dat aan de kant van Alphen. De namen van de eigenaars van
de percelen langs de ontworpen watertochten zijn ook aangegeven. HHR, collectie kaarten, A-0297.
Net als in het geval van de Haanwijkerdam
verliep de besluitvorming traag en gebeurde er jaren
niets. In september 1658 besloten afgevaardigden van
Rijnland en Woerden een overeenkomst te sluiten
inzake aanleg en onderhoud van een waterloop achter
het dorp Alphen. Over een kanaal aan de kant van
Aarlanderveen werd niet meer gesproken. Pas een jaar
later kwam de zaak weer op tafel. Rijnland en Woerden
besloten de waterloop rondom het dorp Alphen aan
te leggen en deze voor twee derde door Woerden en
voor één derde door Rijnland te laten betalen. Op 23
juli 1660 verleenden de Staten van Holland aan beide
waterschappen het recht om de voor het kanaal beno
digde grond te onteigenen. Vier dagen later bepaalden
Rijnland en Woerden de breedte van het kanaal op
30 voet (ruim 9,40 m). De bruggen over het kanaal
moesten een wijdte van 20 voet (bijna 6,30 m) krijgen.
Op 31 augustus ondertekende Dou een door hem
gemaakte kaart van het geprojecteerde kanaal. De kaart
is opgemaakt in verband met de taxatie van grond die
voor de aanleg onteigend moest worden. Op de kaart
zijn ook een paar aantekeningen aangebracht in het
handschrift van ir. E.F. van Dissel, van 1876 tot 1905
hoofd van de technische dienst van Rijnland. Waar
schijnlijk houden deze aantekeningen verband met de
overname door Rijnland van het Woerdense aandeel in
het kanaal in 1896, waarover dadelijk meer.
Tot een snelle uitvoering van het werk kwam
het niet. Een op 6 september 1660 geplande aanbeste
ding werd, omdat het seizoen al was verlopen, uitge
steld tot maart 1661. Toen het zover was, gebeurde er
niets. Weer gingen enkele jaren voorbij. Op 29 juni
1663 drong het bestuur van het Groot-Waterschap aan
op medewerking van Rijnland voor uitvoering van het
werk; het seizoen was nu gunstig. Dit had resultaat. Op
31 juli vond de aanbesteding plaats en vervolgens werd
het werk uitgevoerd.48
47 HHR, OAR, inv.nrs. 9401-9402.
48 HHR, OAR, inv.nr. 3636.
DOU, LANDMETERS IN RIJNLAND EN HOLLANDS NOORDERKWARTIER, 1600 1680
53