u j - .'v^* WffUjV»
„.-h. -, c
(Ï'CCV S«. '...K
j i> />,,^!i.r_ fl-.'V
Aft. 5. Kaart van de te onderhouden dijkvakken (hoefslagen) van de Hoge Rijndijk tussen Leiden en Katwijk aan den Rijn, 1661. Noorden
rechtsonder. Manuscript in kleur, 40 x 65 cm. Dou toont de te onderhouden dijkvakken (hoefslagen) van de ambachten Wassenaar, Voorscho
ten, Zuidwijk, Valkenburg en Katwijk. De grenzen van de hoefslagen zijn met de letters A t/m F aangegeven. HHR, collectie kaarten, A-0910.
men, bijvoorbeeld bij doorbraak van de dijk langs het
IJ. In de Hoge Rijndijk werden sluizen gelegd tot kering
van de Oude Rijn bij een hoge boezemstand. Langs de
noordelijke oever van de Oude Rijn ligt de Lage Rijn
dijk, zonder sluizen en geen deel uitmakend van een
doorlopende waterkering.34
Het onderhoud van de Hoge Rijndijk was
verhoefslaagd (verdeeld) over verschillende ambach
ten. Dit betekende dat de waterkering in verschillende
percelen (dijkvakken of hoefslagen) werd ingedeeld die
ieder aan een ambacht werden toegekend. De ambach
ten waren samen verantwoordelijk voor het onderhoud
van de Hoge Rijndijk. Het kwam voor dat de ingelan
den van de ambachten zelf het onderhoud verrichten.
Maar ook huurden de ambachtsbesturen arbeiders of
aannemers in en sloegen de kosten daarvan om over de
ingelanden.35 Dit alles betrof het gewone onderhoud.
Buitengewoon onderhoud, zoals dijkverhogingen of
de instandhouding van de dijk in november 1570,
toen heel Rijnland ten noorden van Hoge Rijndijk als
gevolg van de Allerheiligenvloed overstroomd was,
vond plaats voor gezamenlijke rekening van Rijn
land, Delfland en Schieland. Het toezicht op de Hoge
Rijndijk lag bij het hoogheemraadschap van Rijnland.
Omdat de dijk ook Delfland en Schieland beschermde,
betaalden deze hoogheemraadschappen mee aan bui-
tengewoon onderhoud, voor het laatst in 1766. In 1570
en 1571 werden twee buitengewone omslagen geheven
in de drie hoogheemraadschappen ter bestrijding van
de kosten van instandhouding van de dijk tijdens de
Allerheiligenvloed.36
Op 4 juni 1661 maakten dijkgraaf en hoog
heemraden van Rijnland bekend bij "keure ende
ordonnantie" dat er bij de verhoefslaagde ambachten
op de Hoge Rijndijk dikwijls onenigheid heerste over
"het stellen van de paelen van vijftich tot vijftich
roeden volgens de 81e keure, waer uyt niet anders en
volgen dan processen tot laste vande goede ingesete-
nen van't hoogheheemraetschap van Rhijnlandt". In de
behoefte tot duidelijkheid wilden zij voorzien door op
13 en 14 juni persoonlijk de schouw over de Hoge
Rijndijk te komen drijven. Zij bevalen alle gehoefslaag-
de ambachten op de voorgeschreven dagen op de dijk
aanwezig te zijn om "pertinentelick aen te wijsen ende
designeren den aen en afgang van hunne respective
houf-slaeghen ofte banwerken" Wie weg bleef, kreeg
een boete van 25 gulden. Op de bekendmaking die in
de betreffende ambachten werd gepubliceerd, werd de
schouwroute als volgt omschreven: "den eersten dagh
aenvangh nemen van het dorp van Catwijck, smergens
de klocke acht uyren, ende soo vervolgen tot Leyden
toe, ende wederom des anderen daeghs, wesende den
46
DOU, LANDMETERS IN RIJNLAND EN HOLLANDS NOORDERKWARTIER, 1600 1680