'3
>v;
i I tfl>yerfV-ü,-^oS4 1?rajJ)i IV. huOv«a, tbv,^ ;HSi«Sf-«w >(0»?\.W*. ft(tth.s Vrtw ^clri,Sc^w,
sy^rffe?& TIJWA'^ lift*» U.-rftH T*st-V\y >Mföl $yJ&isM Hi6&> aif-vv K-W-»SthVl-W JvFeir- it;^;;,, "Siai a,.ifi-
Ct .--Wis) j^tvm >»L).v^ii qiv) fvawuieflt) <«f W-< itWS- .-«r-fl fioThUüfll lïtli&ii Cv uü. w siiitS .(VS.
r w h- ^rv. Kiffcr*£™t sr^,^.,,4, ^w„„rn.hr--» ar*«r
lïtt'b6 js-Sw.^-iJJr p-rt W.V3' :»T5Cr,.^,fK,.|m. SfKwadlr 10. ^aJfarMiiJ .„p-, «.Jfcfaft nt, T
v^. flia: ft*«.**---- 1 ■-».- w- f M'ar ifp rtSlh- aKv s, „„fw&tei,,, ^,[j£vv'ft_
<vr, fi* -1 - - »>™- VV— J«N !nxs;i„;v Ml.. v. pr*r «Alw, Si sterft,,
M1" V- li .M.-itM tv fn^tSi tv MMjt» i,v„lVL^v, sfI& ,Kltll^-
STÉtlM^1! |>oiM!kvhi auft* ('■"'f - Iftl" ftitftitf STli.frKs..a..KnSiriH,fllrVhl ptcjjh.s gws „.«rfVtwfl tv
H
UUt-vyf^.. iviv4,(i^,A<iS1_
Xw tfLtfV.V-=>- MJV ali V*»l p-Sö, e^ cnVSb- frflo&pfla,
ji~ 1 J& w&sh. ,n^m1,i" v™itn Bfrè ivr/,ps M ami'iN fcvwt V- Mjtef cflvvdi tv^c
*W> #%f ^5=ev&sr^,^«wl,
*öi
Aft. 8. Oorkonde van 12 augustus 1373 waarbij hertog Albrecht
van Beieren de ingelanden van Zegwaard toestemming geeft hun
afwatering te verleggen van Spaarndam naar de Hollandse IJssel.
HHSK, collectie charters en andere oorkonden, CHRT_0021.
procedures gevoerd voor het Hof van Holland en zelfs
voor de Hoge Raad, waarbij Schieland 'usurpatie van
jurisdictie' ten laste werd gelegd.26 Niet altijd ging het
Hof hierin mee, zoals in het voorbeeld hierboven. En
misschien ook wel terecht, want een sluis heeft immers
alles te maken met de afwatering van Zegwaard. Het
spreekwoord 'waar twee vechten, hebben twee schuld'
lijkt ook voor dit geval op te gaan. Vanaf de 18e eeuw
luwden de processen, maar het duurde tot 1851 voor
dat definitief een eind aan de kwestie werd gemaakt.
De inmiddels drooggemaakte Binnenwegse polder
kwam na een reglementswijziging binnen de gren
zen, en daarmee binnen de volledige jurisdictie, van
Schieland te liggen.
In de bijlagen van de rekening van 1633 is
een declaratie van Dou bewaard gebleven die aardig
inzicht geeft in hoe hij te werk is gegaan. Op 27 no
vember reisde Dou met de secretaris van Rijnland naar
Zegwaard om de Binnenwegse polder, "in questij met
Schielandt" te inspecteren en te meten. In 25 dagen tijd
voerde hij het meetwerk uit. Dertien dagen lang liet hij
zich met een bootje van perceel naar perceel varen om
de "verdolven landen" (verveende percelen), akkers,
dobben, zwetten en het water in de polder in kaart
te brengen. Daarna was varen wegens de ingevallen
vorst niet meer mogelijk en huurde Dou twaalf dagen
een slede om zijn werk voort te kunnen zetten. Voor
betaalde 'schuit- en sledevrachten' declareerde hij 23
gulden en 18 stuivers. Als laatste bracht Dou 8 gulden
en 10 stuivers in rekening voor het "minuteren ende
grosseren van een provisionele cleijne chaerte van de
polder".27
Van der Gouw (1987), 75.
HHSK, Collectie charters en andere oorkonden, CHRT_0021.
Ibidem, CHRT_0023.
Het gaat hier vooral om de passage: ende te wesen onder onsen hiemraet
vorscr. in allen manieren als zij regieren ende bewaeren onse scouwe van onsen
lande van Scieland ende maken onsen hiemraet van Scieland des machtich te
regieren ende te bewaren ende horen bode te zetten inden ambochte vorscr.
ghelijc ende in allen manieren als zijt in Scieland hebben
Beekman (1915), 95-97; Muller Hzn (1915), 176-179.
Van der Gouw (1987), 79 e.v. Usurpatie van jurisdictie is het zich wederrechte
lijk toe-eigenen van de rechtsmacht.
HHR, OAR, inv.nr. 10040a.
DOU, LANDMETERS IN RIJNLAND EN HOLLANDS NOORDERKWARTIER, 1600 1680
41