Aft. 4. Kaart van de
landscheiding tussen
Rijnland en Schieland
en de daarnaast
gelegen landen tussen
de Hildam en de Oude
Leede, 1646. Noorden
rechtsonder. Manus
cript op perkament
in kleur, 41 x 57 cm.
Vanaf de Hildam
tekende Dou met
stippellijnen de aan te
leggen slaperdijk in.
Met de letter A gaf hij
de boomgaard bij de
Hildam aan waar de
dijk moest beginnen.
De letters B tot en
met F markeerden de
percelen waarop de
dijk moest worden
aangelegd.
HHR, collectie kaar
ten, A-0095.
Aft. 5. Detail van de
Hildam met de gepro
jecteerde slaperdijk
door de boomgaard.
HHR, collectie kaar
ten, A-0095.
staan; hij werd door dijkgraaf en hoogheemraden van
Rijnland naar Leiden ontboden, in hechtenis geno
men en scherp verhoord. Toen Dou in 1629 zijn kaart
maakte, was het geschil nog steeds niet opgelost. Het
sleepte zich voort tot het Hof van Holland in 1658 een
uitspraak deed in het voordeel van Rijnland.15 Dou
tekende op de kaart ook het omliggende gebied in met
de belangrijkste wegen en watergangen en de "notable
huijsen ende woningen".
Het origineel is helaas verloren gegaan. Ge
lukkig maakte zijn zoon Johannes zowel in 1661 als in
1672 een kopie, zodat we de inhoud van de kaart wel
kennen. In de collectie van Rijnland is wel een "aen-
hangsel" van de kaart van 1629 in origineel aanwezig.
Op dit aanhangsel is het gebied ten noorden van het
op eerstgenoemde kaart ingetekend gebied weergege
ven tot aan de Oude Rijn. Jan Pietersz. Dou gaf in de
cartouche aan dat beide kaarten een geheel vormen,
zodat duidelijk werd hoe het systeem van afwatering in
elkaar zat.
Van Iterson (2009), 18-19.
DOU, LANDMETERS IN RIJNLAND EN HOLLANDS NOORDERKWARTIER, 1600 1680 37