Aft. 8. Portret van de landmeter Andries van der Wal (t 1671), derde kwart 17e eeuw. Olieverf op paneel, 88 x 87 cm. Rijksmuseum Amsterdam, objectnr. SK-C-1656. instrumenten op de markt en raakte de Hollandse cirkel geleidelijk aan in onbruik. Maar in al die jaren heeft niemand nog van die naam gehoord. H.C. Pouls, auteur van een monografie over dit onderwerp, denkt dat die benaming voor de eerste keer eind 19e eeuw opdook in een studie van de Fransman A. Laussedat over de geschiedenis van meetinstrumenten, methoden en topografische karteringen.8 Het Hollandse instru ment week duidelijk af van vooral Franse meetin strumenten, zo laat hij weten, vandaar dat hij het de naam cercle hollandais gaf. Maar ook daarna komen we de aanduiding Hollandse Cirkel voorlopig nergens tegen, afgezien van het in 1947 verschenen boek van de Amerikaan E.R. Kiely, Surveying Instruments, their history and classroom use. Alweer volgens Pouls brak die naam pas door in de tweede helft van de 20e eeuw en heeft het instrument de plotseling grotere bekend heid te danken aan antiekhandelaars. Met de aandui ding Hollandse Cirkel konden zij de exemplaren die zij tegenkwamen beter op hun veilingen aanprijzen. We kunnen dit hoofdstuk afsluiten met de constatering dat de Hollandse Cirkel zijn populariteit in de 17e en 18e eeuw niet te danken had aan zijn naam, maar geheel en al aan eigenschappen als handig en breed inzetbaar hoekmeetinstrument. Twee eeuwen lang behoorde het apparaat tot de basisuitrusting van het overgrote deel van de Hollandse landmeters, met alle positieve gevolgen van dien voor hun meetresul taten. En dat geldt niet in de laatste plaats voor alle kaarten die vader en zoon Dou ons hebben nagelaten en die de raison d'etre zijn voor deze uitgave. Van Nispen (1662), 70. Zie over hem Harmsen (1978). Pouls (2004), 53-54. DOU, LANDMETERS IN RIJNLAND EN HOLLANDS NOORDERKWARTIER, 1600 1680 25

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2016 | | pagina 26