Aft. 6. Hollandse cirkel met zonnewijzer door Hendrik Sneewins, 1650-1655. Diameter 26,5 cm.
Museum Boerhaave, Leiden, inv.nr. V30336.
Dou adviseerde de koperen cirkel te monteren
op een rond stuk plat hout, met aan de onderkant een
rechthoekige uitsparing die paste op het uiteinde van
een stok van geschikte lengte. Bukken bij het meten
was dan niet meer nodig. Deze handelwijze was echter
niet nieuw, we komen die zoals gezegd al tegen bij
de afoeelding van de landmeter met een meetkruis
oude stijl op de kaart van de nog onbedijkte Beemster.
Waarschijnlijk was wel nieuw dat Dou de stok aan de
bovenkant voorzag van twee bolvormige scharnieren.
Met de nu verkregen flexibiliteit was het kinderspel om
het meetinstrument ten allen tijde in een horizontale
positie te manoeuvreren, dus ook als het niet lukte om
de stok loodrecht in de grond te steken.
De Leidse instrumentmaker Jan David werd
bereid gevonden om de nieuwe versie van het meet-
kruis te vervaardigen, net op tijd voor Dou om het
te kunnen gebruiken tijdens de laatste fase van de
droogmaking van de Beemster (1608-1612). Dou was
daar met meerdere collega's ingeschakeld bij het verka-
velen van de drooggevallen polder. Toen die hem bezig
zagen, zo schrijft hij in zijn nieuwe leerboek, waren zij
zo enthousiast over het nieuwe apparaat dat zij "met
grooten lust ende yver ghesocht [hebben], sodanich
Instrument door my te becomen" Dat was niet aan
dovemans oren gezegd. Het inspireerde hem om alle
details en achtergronden van zijn vondst "tot nut des
ghemeenen besten in druck te laten uytgaen" Nog in
hetzelfde jaar dat de Beemster werd verkaveld (1612)
verscheen het Tractaet Vant maken ende Gebruycken
eens nieu gheordonneerden Mathematischen Instru
ments. Het bij Jan Bouwens uitgegeven boek verscheen
dit keer alleen onder zijn naam.6
6 Het Tractaet vond net als de eerste leerboeken van J.P. Dou een goede aftrek en
beleefde in 1620 al een herdruk. Vgl. Wieringa (1994), 17 en 92 (noot 8).
23
DOU, LANDMETERS IN RIJNLAND EN HOLLANDS NOORDERKWARTIER, 1600 1680