Johannes Dou junior5 isij> n <1 /i rt/>nrt//i /i»! 1' ""1- -.1, I f.VMi'lrtV? frjlftfU' it flitKtfft&JfJiJiiiJW fiJtf- VI /f Aft. 9. Het gemeenlandshuis Zwanenburg te Halfweg door Dirk Maes, 1702. Olieverf op doek, 139 x 161 cm. HHR, collectie kunst- en gebruiksvoorwerpen, KGV-000005. hierin waren ook gemaakte onkosten zoals reis- en verblij&osten en betaling van assistenten inbegrepen. Gezien de tamelijk bescheiden inkomsten in dienst van Rijnland was het voor Dou noodzakelijk ook voor andere opdrachtgevers te werken. Voor de opmeting en kartering van het gebied van Uitwaterende Sluizen kreeg hij 4.000 gulden. Daarnaast verdiende Dou nog aan het notariaat, maar gezien zijn geringe activiteit op dit gebied zal dat niet heel veel geweest zijn. Dankzij de aanvullende verdiensten behoorde Dou tot de beter ge situeerde inwoners van Leiden, met name in de latere fase van zijn loopbaan. Uit belastinggegevens blijkt dat zijn vermogen steeg van ongeveer 3.000 gulden in 1646 tot zo'n 12.000 gulden na 1673. Hiermee behoorde hij tot de subtop van de Leidse bevolking. Zijn vermogen belegde hij voornamelijk in huizenbezit. Uit Johannes' eerste huwelijk werd in 1642 zijn zoon Johannes geboren. Deze trad in de voetsporen van zijn vader en grootvader. Op 6 maart 1664 verkreeg hij van het Hof van Holland zijn admissie als landmeter. Een jaar later werd hij op voorspraak van zijn vader aangesteld tot landmeter bij het hoogheemraadschap van Rijnland, waar hij tot 1669 zijn vader bij diens werkzaamheden assisteerde.6 Hij behoorde, net als zijn vader en opa, tot de besten onder de 17e-eeuwse land meters en gelukkig zijn tal van fraaie werkstukken van zijn hand bewaard gebleven. Bekend is de stadsplatte grond van Leiden, de 'Grote Hagen', genoemd naar de graveur Chr. Hagen, en het kaartboek van Warmond uit 1665. In 1669 werd hij opzichter van Rijnland te 14 DOU, LANDMETERS IN RIJNLAND EN HOLLANDS NOORDERKWARTIER, 1600 1680

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2016 | | pagina 15