dan ook voor. Jan Pietersz. was tevens wijnroeier en notaris. Ook Johannes bekwaamde zich in het nota riaat. Uitzonderlijk was dit zeker niet. Iedere landmeter hield er destijds nevenfuncties op na. Vaak kan zelfs de vraag worden gesteld of het landmeten niet een bijbaan vormde. In het geval van Jan Pietersz. en Johannes Dou was van dat laatste duidelijk geen sprake. Zij leefden hoofdzakelijk van het landmeten. Maar kleinzoon Jo hannes Jr. koos het zekere voor het onzekere, nam een vast betaalde opzichterspost bij Rijnland aan en liet daarna het geodetenvak min of meer voor wat het was. Wat blijft er aan het begin van de 21e eeuw van het kaartenoeuvre van de landmeters uit de familie Dou overeind? Welke kaarten hebben getoond van blijvende waarde te zijn? Dan komen we opnieuw uit bij de overzichtskaarten van Rijnland uit 1647 en het Noorderkwartier uit 1680. Natuurlijk werkt hieraan mee dat beide gedurende de 17e en 18e eeuw voortdu rend werden herdrukt en op die manier toen al grote bekendheid kregen. De buitengewone perfectie en het representatieve karakter spelen ook in hun voordeel. Ten slotte boden ze overzicht, dit duo was niet voor één enkel specifiek doel gemaakt en dus breder bruik baar. Het hoogheemraadschap van Rijnland liet zijn kaart tot twee keer toe bijwerken door eerst Johan nes Dou Jr. in 1688 en daarna door Melchior Bolstra in 1746. Dat was nodig omdat onder andere door de grootschalige turfwinning het landschap behoorlijk was veranderd. Na de herziening door Bolstra bleef de kaart overigens tot 1884 in gebruik. Pas toen bracht het hoogheemraadschap van Rijnland een nieuwe grote overzichtskaart uit. In het Noorderkwartier was aanpassing voorlopig niet nodig. Tot de aanleg van het Noord-Hollands Kanaal in 1819-1824 in combi natie met de bedijking van Het Koegras - een groot gebied van slikken en schorren ten zuiden van Den Helder - hadden de landschappelijke veranderingen in dit gebied weinig te betekenen. Bij herdrukken liet het bestuur van US alleen het rijtje familiewapens bij de tijd brengen. Het Frans-Bataafse leger gebruikte de kaart van US tijdens de Engels-Russische invasie van de herfst van 1799 zelfs nog als sta&aart.3 Aft. 1. De prachtig met een passer versierde schaalstok op de kaart van de verveende Binnenwegse en Zegwaardse polder, 1635. Verge lijk met aft. 7 in het hoofdstuk 'Dou in de polder' HHR, collectie kaarten, A-1310. Tegenwoordig zijn Dou's kaarten van het Noorder kwartier en West-Friesland opnieuw van grote actuele waarde. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwar tier heeft zowel de grote 16-bladige kaart van US als de kaart van Westfriesland geogerefereerd en gekop peld aan het Geografisch Informatie Systeem (GIS). Zij vormen voor dit hoogheemraadschap als eerste grootschalige topografische kaarten de 'moederkaarten' van het werkgebied. Daarbij bleek de laatstgenoemde kaart qua nauwkeurigheid die van US nog te overtref fen. De kaart van Westfriesland is tevens door Archeo logie Westfriesland gevectoriseerd en gekoppeld aan de oudste kadastrale kaarten uit het begin van de 19e eeuw. Deze dienst gebruikt Dou's kaart dagelijks. Bij onderzoek in het terrein blijkt de enorme precisie van deze kaart steeds weer. Dou zit er zelden meer dan vijf meter naast. (jicji 'hiaef is tfèfhcfi roetfcii. cpi' ofeff 124 3 Schulting (1980), hfdst. 1. DOU, LANDMETERS IN RIJNLAND EN HOLLANDS NOORDERKWARTIER, 1600 1680

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2016 | | pagina 125