JOHANNES DOU EN DE KAART VAN
UITWATERENDE SLUIZEN
Inleiding
Diederik Aten
In vergelijking met de grote middeleeuwse hoogheem
raadschappen van Rijnland, Schieland en Delfland
miste het relatief jonge, in 1566 opgerichte US historie,
gezag en prestige.83 In 1654 kwam het toch al niet bij
zonder hoge aanzien verder onder druk te staan nadat
een groot aantal steden en dorpen bij de Staten van
Holland klachten presenteerde over de hoge bestuurs-
kosten. De Staten dreigden met een reglement om de
genoemde kosten in te dammen. Dijkgraaf en heemra
den beseften heel goed dat de status van hunzelf en US
in het geding was en namen snel zelf maatregelen.84
Enkele jaren later, in 1657, begonnen de heren
actief te werken aan het opkrikken van de status van
het heemraadschap. In augustus van dat jaar besloten
zij dat de secretaris in het vervolg het collegie van
heemraeden sall tituleren gelijck haer toe comt, Hoge
heemraeden"85 Zo werd het op den duur vanzelf ook
hoogheemraadschap van de Uitwaterende Sluizen. Bij
een echt hoogheemraadschap hoorde evenwel een ze
kere staatsie, een bepaalde pracht en praal tot uitdruk
king gebracht in enkele bijzondere voorwerpen. Reeds
in april 1657 was er een verguld zilveren ambtsinsigne
of bodebus voor de bode aangeschaft. Op 11 november
1660 besloten de hoofdingelanden ook nog een im
posante hensbeker te laten maken naar het voorbeeld
van (hoog)heemraadschappen als de Hondsbossche,
Rijnland en Schieland. Hoogheemraad A. Studler van
Zurck plaatste de bestelling bij een Haagse zilversmid,
die - zeker niet toevallig - eerder een dergelijke beker
voor Delfland had gemaakt.86
Ook een imposante wandkaart voorzien van
het wapen van het waterschap en de familiewapens
van de bestuursleden vormde zeker voor een hoog
heemraadschap een onmisbaar statussymbool. Bo
vendien was het voor US als beheerder van de grote
Noord-Hollandse waterberging, de Schermerboezem,
zaak overzicht te krijgen en te houden van de pol
dermolens, de sluisjes, de hoofdwaterlopen en andere
waterwerken. Het zelfde gold voor de bestuurlijke
situatie, voor de lappendeken van bannen. US sloeg na
melijk niet direct de ingelanden aan, maar de bannen.
Kortom, US kon na 1657 niet langer om de vervaardi
ging van een grote, precieze en niet in de laatste plaats
decoratieve kaart van zijn beheersgebied heen.
Afo. 1. De bodebus van het
hoogheemraadschap van
de Uitwaterende Sluizen
vervaardigd door de Haag
se wapensnijder Simon
d'Assigny, 1657. Verguld
zilver op rood lint.
Hoogheemraadschap
Hollands Noorderkwartier,
Heerhugowaard.
Opdracht en uitvoering
Beide overwegingen - status en nut - zullen hebben
bijgedragen aan het volgende op 17 maart 1660 geno
men besluit van dijkgraaf en hoogheemraden:
"Is noch goetgevonden op donderdach nae paesschen
te gaen nae Amsterdam om met de lantmeter Dou te
handelen overt maken van een caert by een te co-
men int oude heere logement bij t oude mannenhuys.
Dou te beschryven, om des naemiddachs ten drie uren
daer te syn".87
Kader gebaseerd op WFA, ORA, inv.nr. 4596, fol. 3, nr. 2; De Bruin (2004), 23.
Meestal wordt als stichtingsdatum van US 1544 genoemd. Dat jaar vaardigde
Karel V een ordonnantie uit waarbij de sluiting van de laatste open zeegaten
met sluizen werd bevolen. Er werd door Karel echter nog geen waterschap
ingesteld om deze werken uit te voeren en te beheren. Dit gebeurde pas in
januari 1566 bij ordonnantie van Philips II, waarmee US een feit was.
Aten, Bosch, Laméris (2002), 5.
Ibidem, 6.
Ibidem, 7, 20-21; WA, AHUS, inv.nr. 405, fol. 44v.; inv.nr. 754.
Geciteerd bij Schulting (1980), 747. Vgl. WA, AHUS, inv.nr. 13, 17-3-1660.
DOU, LANDMETERS IN RIJNLAND EN HOLLANDS NOORDERKWARTIER, 1600 1680
113