TRACTAET ï©e felbe bp Koeöm lengtm/Eoetwn- ,A Vande Roeden ende Landt-raaten^, Qiiaoiact ttiDe £@o;g«ts tin In Ijaet rcfljtc pjopajtit iejjtniff öen antJtteti gccab tulew eiiDc in uetfcEjrpücu tafelen öefrlKtüm SD?ucUctilt Ban San i&acts larofifj. doorHolIantende Weft-Vrieflant., met meer andere PJaetfen Door IAN PIETERSZOON DOU, Landt-metcr tot Leyden. Tor Leybeh, Anno clolo cxxix. Aft. 4. Titelblad van Tractaet van de roeden ende landt- maten door Hollant ende West-Vrieslandt uit 1629. RAA, bibliotheek, signatuur 55E44. In oktober 1605 kreeg Dou van het bestuur van het hoogheemraadschap van Rijnland een admis sie als gezworen landmeter. Dit was geen vaste aanstel ling maar wel een vergunning om in en voor Rijnland te werken. Zijn werkterrein werd daardoor aanzienlijk uitgebreid. Ondertussen was Dou een bekend landme ter geworden, maar ook als schrijver van wetenschap pelijke boeken bleef hij actief want in 1606 vertaalde hij de eerste zes boeken van Euclides uit het Duits en het Frans in het Nederlands en droeg die vertaling op aan Jan van Hout, stadssecretaris van Leiden en zijn goede vriend. De vertaling van Dou was een groot succes en beleefde acht herdrukken. Toen bleek dat instrumenten niet voldeden bij metingen, bedacht Dou een nieuw instrument dat hij bij de Leidse instrumentmaker Jan David liet maken. Dit instrument, de zogenaamde Cirkel van Dou, later bekend als de Hollandse Cirkel, wordt door H. van Zwet uitgebreid beschreven in deze uitgave. Dou gebruikte dit nieuwe instrument voor het eerst bij de verkaveling van de Beemster, waarbij hij sinds 1611 betrokken was. Zie hierover de bijdrage door D. Aten. Bij zijn meetwerkzaamheden in Rijnland, Delfland en Schieland, alsmede in Noord-Holland, Zeeland, Brabant en andere streken was het Dou opge vallen dat er met verschillende roeden en landmaten werd gemeten. Reeds in 1609 had hij van prins Maurits de opdracht gekregen om een juiste Rijnlandse roede te bevestigen tussen de ijzeren stijlen aan het stadhuis te Leiden. De prins bemoeide zich persoonlijk met de maten en de ijking daarvan. Dou's ervaringen met de verschillende maten, bijvoorbeeld ook bij de opmeting en verkaveling van Noord-Hollandse droogmakerijen, inspireerde hem tot de publicatie van het boek Tractaet van de roeden ende landtmaten door Hollant ende West-Vrieslandt met meer andereplaetsen in 1629. Hij droeg dit werk op aan de colleges van dijkgraaf en hoogheemraden van Rijnland, Delfland en Schieland. Het bestuur van Rijnland kende hem hiervoor een gratificatie van 100 gulden toe. Van Delfland kreeg hij 40 gulden, van Schieland 30.3 3 HHR, OAR, inv.nr. 10036a; HHD, OAD, inv.nr.5251, fol. 48-48v.; HHSK, OAS, inv.nr. 658-13, fol. 34v-35. DOU, LANDMETERS IN RIJNLAND EN HOLLANDS NOORDERKWARTIER, 1600 1680 9

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2016 | | pagina 10