Aft. 4. Detail uit een kaart van Noord-Holland, behorende tot de
stukken van het Groot Proces. Noorden rechts. An. kopergravure,
plaatsvinden. Tevens kwam men overeen dat het
Geestmerambacht deels door andere landmeters zou
worden opgemeten. Het betrof hier Valkkoog, Ursem,
Veenhuizen, Oterleek en de zogenoemde Waardgeer-
zen, de verzamelnaam voor buitendijkse landen die
in de Grote Waard lagen vóór de inpoldering van de
Heerhugowaard en andere droogmakerijen.47
De instructie bepaalde dat de landmeters
zouden meten met de lengte- en oppervlaktematen
van het Geestmerambacht. Dat betekent voor de roede
een lengte van 3,545 meter en voor de morgen (800
vierkante roeden) een grootte van 0,8797 ha. Was een
ambacht aan de beurt, dan moest het enkele beëdigde
personen laten meereizen om meren, sluis- en mo
lentochten, vaarten, wegen en sloten breder dan een
roede aan te wijzen. Deze moesten afzonderlijk worden
gemeten, grotendeels door andere landmeters, en
uiteindelijk van de 'masse' van de ambachten worden
afgetrokken. Overigens mochten vertegenwoordigers
van alle partijen de metingen bijwonen. Waren zij het
ingekleurd, 45 x 54 cm. Met deze kaart kon de Hoge Raad in
Den Haag in één oogopslag de geografische ligging zien van de
verschillende delen van West-Friesland. De Heerhugowaard en
de Schermer staan nog als water op deze kaart, de Zijpe en de
Wieringerwaard zijn ingepolderd. De legenda bij de kaart geeft
de volgende verklaring van de kleuren:
Grasgroen: Drechterland
Violet: Vier Noorder Koggen
Grijs: Schager en Niedorperkoggen
Geel: Geestmerambacht
Wit met grijze randen: Burghorn
Wit met gele randen: Ursem en Oterleek
"Zeegroen" (verkleurd naar lichtblauw): Valkkoog en de
Waardgeerzen
WFA, tg. 0354, 1g34.
100
DOU, LANDMETERS IN RIJNLAND EN HOLLANDS NOORDERKWARTIER, 1600 1680