Als je vanaf de Oudedijk bij Schagen, bij Hemkewerf,
de Nieuwe West-Friese Zeedijk op fietst en linksaf
slaat richting Sint Maarten, rijd je langs de Zijpe aan
je rechterhand en langs de Burghorner polder aan
je linkerhand. Recht vooruit zie je de duinen tussen
Camperduin en Schoorl, geheel rechts liggen de dui
nen vanaf Petten naar Callantsoog, Huisduinen en Den
Helder. Tussen Camperduin en Petten ligt een gapende
leegte gevuld met blauwe lucht of wolken boven niets
dan groen. Daar ligt de Hondsbossche en Pettemer
Zeewering, weet wie hier geboren en getogen is. Daar
is het spannend als het stormt. Weliswaar minder nu er
sinds 2014 voor de Hondsbossche een machtig duin en
een breed en prachtig strand ligt, maar toch. Ook op
de andere dijken is het spannend, al zou het maar gaan
om de vraag of je tegen de wind inkomt.
Het stuk Nieuwe West-Friese Zeedijk tussen
Schagen en Sint Maarten is vier kilometer lang. De
Oudedijk is ruim een kilometer tot aan de Schagerwiel,
tot aan het Valkkoger Verlaat, tot aan het begin van
de Tolkerdijk, tot aan het begin van de Schagerdam,
de Valkkogerdijk. En de laatste verenigt zich aan het
eind met de Nieuwe en de Oude West-Friese Zeedijk
bij Sint Maarten en loopt door dat dorp heen. Daar
kom je straks langs en je ziet hoe de Schagerdam steeds
dichterbij komt aan je linkerhand. Voor je bij de Burg-
hornerweg komt, die dwars door het poldertje naar
de Schagerwiel en naar het begin of het eind van de
Oudedijk loopt, passeer je twee punten waarbij je stil
moet staan.
Het eerste zie je niet, tenzij je met de
RAF-vlieger in Wereldoorlog II meevloog die de foto
maakte van dit gebied op 13 september 1944. Op die
foto zijn zeer licht geaccentueerd de contouren te zien
van de oudste dijk in dit gebied. Te zien is hoe het tracé
vlakbij Sint Maarten begint, een zeer flauwe bocht
maakt van de huidige dijk af de Burghorner polder in,
de Burghornerweg oversteekt en vervolgens met een
flauwe bocht terugkomt naar de dijk, deze doorkruist
en dan is verdwenen, waar hij te volgen zou moeten
zijn de Zijpe in, richting... De veronderstelling is dat
deze dijk met een voet van zo'n 20 meter breed geheel
is weggespoeld door het opgezweepte water tijdens een
storm aan het eind van de 12e of het begin van de 13e
eeuw. Niemand weet waarom de dijk dit tracé volgde.
Niemand weet waarheen hij zijn weg vervolgde in het
gebied van de Zijpe. Niemand weet of hij als een schin
kel mogelijk aanhechtte aan het gebied van het Ketel
duin, of, dichterbij, mogelijk koerste in de richting van
Groot Keins. Eén veronderstelling is minder gewaagd
en dat is dat hij de zuidwestelijke grens vormde van het
gebied van de abdij van Egmond voordat dit door de
storm aan de zee moest worden prijsgegeven op het
zelfde moment dat de dijk het begaf. Die veronderstel-
ling brengt met zich mee dat het gebied van de abdij
ooit zijn begin vond bij de strandvlakte of bij een water
dat parallel liep aan dezelfde strandvlakte. In het oos
ten grensden die landerijen mogelijk aan de landerijen
die op de hoogte van Callantsoog ontgonnen werden
richting Schagen en Barsingerhorn. Daar op je fiets
kun je deze overweging hebben met betrekking tot een
ver verleden. De abdij en zijn hoevenaars hadden geen
andere keuze dan een dijk te leggen op de plaats waar
die nu nog ligt in de vorm van de Schagerdam en het
gebied van de landerijen voor die dijk verder te be
schouwen als voorland van deze inlaagdijk. Voorland
dat nog wel als gemeenschappelijke weide te gebruiken
was, maar dat bij storm prooi werd van, maar tegelijk
buffer was tegen het water.
Niet veel verder en ook nog voordat je bij
de Burghornerweg bent, vind je een grijze met mos
begroeide paal aan je rechterhand. Een beetje verscho
len achter een gaashek dat de schapen van de weg moet
houden en op het grastalud van de dijk. Nog leesbaar
is aan de noordkant: Schager en Niedorper Kogge en
aan de zuidkant Geestmerambacht. Wie op de hoogte
is weet dat hij dan 2666% meter van de vier kilometer
heeft afgelegd en nog 1333% meter voor de boeg heeft
tot aan Sint Maarten. Deze afstanden geven de lengte
aan van de dijkstukken die moesten worden onder
houden door de koggen en het ambacht op de paal ver
meld. Toen de Burghorner polder tussen 1456 en 1461
werd ingedijkt, ontstond het probleem wie dit stuk
dijk, de Nieuwe West-Friese Zeedijk geheten, moest
beheren. De nazaten van de Kenemaren en de Frie
zen - nu allemaal inwoners van het Geestmerambacht
- hadden tot dan toe de Schagerdam onderhouden
'sullen houden die hem schuldigh zyn te houden) en
Schagen de Oudedijk. De ingelanden van het Geest-
merambacht wreven zich in de handen bij de gedachte
van die taak mooi verlost te zijn en 'die van Schagen'
zagen de bui al hangen. Dat namen ze natuurlijk
niet. Het eind van het lied en het proces was dat door
hogerhand, het Hof van Holland, het vonnis werd ge
veld dat degenen die geland waren in de Waardgeerzen
- degenen die land hadden in en om het gebied van de
Heerhugowaard en de Schagerwaard - een derde deel
moesten onderhouden gerekend vanaf Sint Maarten en
de Schager en Niedorper Koggen het twee derde deel
gerekend vanaf de Oudedijk. Dit bleef zo tot 1921 toen
het Hoogheemraadschap Noordhollands Noorder
kwartier de gehele dijk in beheer overnam.116
116 De Vries (1876), 205-206.
DE SCHAGERDAM EN DE ABDIJ VAN EGMOND
87