TEN GELEIDE
Deze uitgave van de kring van Vrienden van de
Hondsbossche zou er niet gekomen zijn zonder zijn
voorzitter Jan Bremer. Toen zijn 80e verjaardag werd
gevierd, in 2012, met de uitgave van het vrienden
boek Binnendijks en Buitengaats, verscheen daarin
het artikel 'De Schagerdam en zijn voorgeschiedenis'.1
Dat artikel bracht oud-hoogleraar Guus Borger, de
presentator van die middag, ertoe de auteur uit te
nodigen over dat onderwerp meer uit te zoeken en
te publiceren.
In vele gesprekken erover met Jan kwam ik
tot de conclusie dat het maar moest gebeuren. Vanaf
het begin heb ik beoogd tot een uitgave in deze reeks
te komen. Guus Borger was zo bereidwillig mij van de
eerste tot de laatste bladzijde te begeleiden. Hij heeft
me met raad en daad bijgestaan. Hij heeft me kennis
laten maken met de ars scribendi, voor zover Jan dat
al niet had gedaan. Twee leermeesters met over mijn
schouder meekijkend bovendien het wel zeer kritische
oog van Diederik Aten en Willem Messchaert. Soms
moest ik bij wijze van spreken kiezen uit drie formu
leringen en vijf mogelijkheden. Het resultaat is er nu.
Niet alleen hen ben ik dankbaar voor hun
niet aflatende hulp. Ook een paar lezers buiten deze
kleine kring wil ik bedanken voor hun morele steun.
Ruud van de Pol en Fred Timmer, als bestuursleden
van de Historische Vereniging Schagen en omstreken,
gaven blijk van hun belangstelling en enthousiasme.
Vooral echter mijn vrouw, altijd bereid opnieuw te
lezen wat ik nu weer had geproduceerd, ben ik dank
verschuldigd voor haar geduld, haar steun en bemoe
diging in kwade (nou ja) uren.
Schagen, 2015
1 Numan (2012).
DE SCHAGERDAM EN DE ABDIJ VAN EGMOND 5