'Groot Keyns, een restant veenland in de Zijpe, op een kaart van de bedijkte Zijpe (noorden linksonder). An., 1601/1602, mogelijk naar een oudere kaart door Gerrit Dirksz. Langedijk uit 1596. Regionaal Archief Alkmaar. De zoute zee zich uitstrekt van Bergeswerk tot aan de zoute zee (r. 7). dat door de kracht van de kolkende zee was over stroomd' (r. 9-10). Met de zoute zee en de kolkende zee wordt in bei de gevallen de Zijpe aangeduid die in het midden van de 13e eeuw bij storm volstroomde vanuit het noordnoordoosten. Het water van de Zijpe vormde aan het eind van de 10e eeuw nog geen bedreiging voor het bezit van de abdij bij Schagen. Het gebied van de Zijpe ontwikkelde zich echter, zoals hierboven uiteen gezet, vermoedelijk al vroeg tot een waterrijk gebied. Het werd van een veenlandschap gaandeweg een wad denlandschap met geulen en prielen, maar ook met hier en daar zandige ophogingen, opgestoven en neer gelegd door de wind. Hoe precies deze ontwikkeling is verlopen tussen ongeveer 900 en 1200 is niet meer te zien of in het landschap te lezen. Het begin is min of meer duidelijk en het resultaat van de ontwikkelingen is bekend, maar wat er in de tussentijd is gebeurd, valt maar moeizaam of niet te achterhalen. Henk Schoorl komt waarschijnlijk het dichtst bij de waarheid.93 Of de zes hoeven van de abdij oorspronke lijk ook in een deel van wat nu de Zijpe heet hebben gelegen, is niet bekend, maar niet onwaarschijnlijk. Al ontginnend heeft men het bruikbare akkerland steeds verder naar het zuidoosten moeten zoeken, dieper het veen in. De aanvankelijke ontginningen werden door de daling van het maaiveld te nat en dienden nu als weiland en hooiland. Dat lage land was bovendien 91 Van Mieris (1753-1756), dl. 2, 394. 92 Beenakker (1988), 169. 93 Schoorl (1973) dl. 1; idem (1999-2000), dl. 1, 21-26. DE SCHAGERDAM EN DE ABDIJ VAN EGMOND 67

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2015 | | pagina 68