De Roxvliet Zoals al gezegd komt Beenakker tot de conclusie dat het bij de westelijke vroonsloot zou gaan om de Roxvliet. Hij stelt dat de westelijke vroonsloot langs de Groenedijk loopt en ten oosten van Sint Maarten door de Schagerdam op de Burghorn uitwatert. De oplos sing van De Cock is volgens hem niet logisch, omdat naar diens inzicht de westelijke vroonsloot dwars door een verkaveling loopt met dezelfde richting. De vraag is hier niet of Beenakker gelijk heeft als het gaat om de lokalisering van de westelijke vroonsloot. We zijn het met Beenakker eens dat die sloot gelopen moet hebben langs de Groenedijk, komend vanaf het westelijke uit einde van de Witsmeer in de buurt van Dirkshorn. De vraag is of het gaat om de Roxvliet. Dat nu is niet juist. De Roxvliet, ook wel Rogsvliet, of Rochsvliet geheten, draagt een Friese naam. De betekenis ervan is de 'rech te sloot'. Het Friese woord voor recht is 'rjocht'. Fries taaleigen treffen we in dit deel van West-Friesland in die tijd vaker aan. Een vliet is een sloot of een rivier (eenflumen), zoals we die ook in de oorkonde tegen komen. De Roxvliet ligt ten westen van Sint Maarten en watert daar door de Zeedijk uit op de Zijpe. De wes telijke vroonsloot loopt ten oosten van Sint Maarten en watert daar eveneens via de kwelder, het voorland van de Schagerdam, uit op de Zijpe. In de nieuwe verstoeling van de Omringdijk van 25 juli 1326 krijgt het Geestmerambacht permissie een nieuwe uitwatering te graven: 'Voort, sullen die van Geestmer-ambacht een watergang hebben door dat nieuwe lant [van Sint Maarten], ende tote Rochsvliedt uyt te wateren'."91 (Verder krijgen de mensen van het Geestmerambacht een sloot door het Nieuweland en kunnen via de Rochsvliet uitwateren). In 1326 kan het in deze oorkonde genoemde Nieuweland alleen maar een aanduiding zijn voor het land ten westen van Sint Maarten. Alleen daar kan de Roxvliet door het Nieu- weland lopen, bij de dijk uitkomen en via een sluisje uitwateren op de Zijpe. Ten oosten van Sint Maarten zou hij eerst de dijk moeten passeren alvorens het Nieuweland - het kwelderlandschap van de Burg- horn - te bereiken. Het Nieuweland van de abdij ligt immers, zoals we gezien hebben, ten noorden van de Schagerdam in de latere Burghorn. Sint Maarten en omgeving, ca. 1855. De kleine pijlen wijzen naar de enige rechte sloot tussen dit dorp en Eenigenburg. Hij stond in deze eeuw bekend als de Veert, maar kan waarschijnlijk geïdentificeerd worden als de oude Roxvliet. De grote pijl verwijst naar een kolkje aan het einde van de sloot, dat rond 1950 nog aanwezig was. Detail uit de Topographische en militaire kaart van het koninkrijk der Nederlanden, midden 19e eeuw. Regionaal Archief Alkmaar. Uit de stukken blijkt dat het noordelijke deel van het Geestmerambacht in het noorden uitwatert op de Zijpe. Dat gebeurt volgens de eerste opmeting van de Omringdijk in 1319/1320 via een sluis bij Nuwen- doorn (bij Krabbendam). Die sluis moest volgens een aantekening bij dezelfde eerste opmeting van de Omringdijk worden verplaatst - via de Roxvliet - naar Hemelrijkshorn (Sint Maarten).92 Het is echter zeer onlogisch om die sluis aan de verkeerde kant van Sint Maarten in de Schagerdam te leggen. De landerijen van de abdij gelegen tussen de Schagerdam en Ber- geswerk bij Noord-Scharwoude en de beide vroonslo- ten waterden af via twee sluizen in de Schagerdam. Die bij Sint Maarten verdween pas na de inpoldering van de Burghorn in 1461. 66 DE SCHAGERDAM EN DE ABDIJ VAN EGMOND

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2015 | | pagina 67