De beide namen, Imkeland en Impeland, wor
den door elkaar gebruikt in de loop van de tijd. Im
keland betekent inkantland, land aan de binnenkant,
de inkant, van een dijk. Het ringpoldertje Imkeland of
Impeland voldoet daaraan. De naam Impeland heeft
geen duidelijke betekenis, het lijkt erop dat die naam
een niet helemaal goed (mondeling) overgeleverd
Imkeland is.
Imkeland ligt aan de noordelijke 'oever'
van de Withmere. Het kan zijn dat we hier te maken
hebben met een nog niet ontgonnen stuk veen. Veen
dat niet is weggespoeld door het water van de zee of
aangetast door de in omvang toenemende Withmere.
Daarmee komt het op één lijn met de Schager Uitwer
pen en de Vennikerlanden. Dit stuk heeft zich kenne
lijk geleend tot bedijking. Het is een veenachtig terrein,
geschikt als weiland en mogelijk nog als akkerland.82
Mocht het inderdaad gaan om Imkeland, dan
houdt dat in dat dit stuk land vlak ten zuiden van en
grenzend aan de Tolkerdijk is omdijkt vlak na 1250, in
ieder geval na de bouw van de Schagerdam. Het houdt
ook in dat de dijk waarop de dijk om Imkeland heen
aan weerszijden aansluit, de Tolkerdijk is of de Schager
Zijdewind. Waarmee tegelijk zou vast staan dat die in
1250 zeer waarschijnlijk aanwezig is en al is aangelegd.
De suggestie van de abt is immers dat de hoevenaren
niet lang zullen wachten met het aanleggen van deze
nieuwe dijk, 'rondom spittend'. Hij kijkt verwachtings
vol uit naar de eerste inkomsten ervan voor de abdij.
Nogmaals, het gaat om een veronderstelling,
niet meer en niet minder. Die veronderstelling is
gebouwd op het woord circumfodiant. Het gaat in ieder
geval niet om een stuk buitendijks land dat ten noor
den van de Schagerdam ligt, in de Zijpe, want daarover
maakt de abt een aparte opmerking. Zie hierna.
Nog eenmaal de Schagerdam, ditmaal als grens
'Maar al het nieuwe land dat wij kunnen verwerven
langs en over de volle lengte van de dijk die de grens
vormt, en die wij herstelden (refecimus)'(r. 53-55).
In de oorkonde is sprake van de Schagerdam als grens.
Over de volle lengte van deze dijk is sprake van nieuw
land, terram novam, voor zover de abdij dat kan ver
werven. Bovendien wordt de dijk de grens genoemd.
Dat moet de grens zijn tussen de zoute zee en de
landerijen van de abdij die door deze dijk worden be
schermd. Aan de zeekant van de dijk is waarschijnlijk
sprake van op- en aanslibbing van schorren en slikken.
Deze raken begroeid met zoutminnende planten en
grassen. Goed voer voor koeien en schapen. Het is
nog niet bedijkt land, maar het ligt langs de dijk van
de abdij en dus heeft die er recht op. De abdij kan het
zoals de oorkonde zegt 'verwerven'.83 De abdij schenkt
dit nieuwe land eveneens in erfpacht aan de hoeve-
naars onder dezelfde voorwaarden als waaronder ze
het 'oude' land aan hen heeft geschonken.
Tweehonderd jaar later wordt dit slik bedijkt
door Willem van Beieren, heer van Schagen. Hij krijgt
daarvoor toestemming van de landsheer Philips van
Bourgondië (zijn neef) in 1456. In 1461 is de inpol
dering van de Burghorn gereed. Het gebied wordt
beschreven als 'een hoek slijcks' tussen Sint Maarten
en de Burghorn.84 Dit ooit al bedijkte gebied dat
hoogstwaarschijnlijk bij de landerijen van de abdij van
Egmond hoorde en dat aan de zee prijs gegeven moest
worden ter wille van de bescherming van de rest, is dus
zo'n 250 jaar na die gebeurtenis weer terugveroverd op
het water van de Zijpe.
De vroonsloten en de spuisluis
'Het land daar gelegen tussen twee sloten, die in de
volksmond vroonsloten (vronslot) worden genoemd'
(r. 6-7).
wij in de dijk zes roeden voor onszelf hebben gere
serveerd ten behoeve van de visserij en het spuien van
het water' (r. 17-18).
Een vroonsloot is 'eene den heer toebehoorende sloot, tot
het 'vroonwater' behoorende'. Vroonwater wil zeggen
'vischwater dat het eigendom is (was) van den land-
heer'.85 Het recht om er te vissen werd vaak verpacht.
Of dat bij de spuisluis in de villa scagha ook het geval
was, is onbekend. Als land tussen twee vroonsloten
ligt, kan het bijna niet anders of daarmee wordt aange
geven dat het om een gebied gaat waarin de leenheer
of de leenman - dit geval is dat de abt van de abdij
van Egmond - het voor het zeggen heeft, inclusief de
rechtspraak. De mensen die er wonen en werken zijn
dienstlieden van de heer, zij zijn horig aan die heer.
82 Dat het Imkeland nog steeds veenachtig terrein is, blijkt uit de mondelinge
mededeling van een lid van de familie De Wit, daar geboren. Zijn vader
pompte water op voor het vee, maar dat was voor mensen niet te drinken,
omdat het bruin was door het veen waar doorheen het omhoog kwam. Het
gaat om de tweede helft van de 20e eeuw.
83 Adipiscorstaat er, 'met inspanning behalen' (van een overwinning) bijvoor
beeld, 'met inspanning verwerven'. Hier betekent het dat dat nieuwe land
stukje bij beetje in gebruik kan worden genomen, voor zover de omstandig
heden, het water van de zee en het terrein, dat toelaten.
84 Lambooij e.a. (1996), 98.
85 Zie ook het Woordenboek van de Nederlandse Taal bij dit lemma.
61
DE SCHAGERDAM EN DE ABDIJ VAN EGMOND