Onwaarschijnlijke vroegere suggesties Er is nog een ander element in de tekst van de oorkon de dat hier aandacht verdient. Het gaat opnieuw om de opmerking van de abt dat de hoevenaars zijn gemachtigd in 'Geddenmore of elders (andere stukken land aldaar) turf te steken of zout te winnen'. Indien het zinsdeel of elders in geografische zin te ruim wordt opgevat, dan zou dat ertoe dwingen te lezen dat de hoevenaars zo ongeveer door heel West-Friesland en het noorden van Kennemerland turf zouden kunnen steken en zout winnen. Dat nu kan de abt onmoge lijk hebben beoogd. De in het Liber Sancti Adalberti genoemde namen na Geddenmore kunnen feitelijk niet op een andere plek gesitueerd worden dan vlakbij, naast, of achter Geddenmore, dus binnen het gebied van de abdij dat we hebben leren kennen als de villa scagha. Het kan ook als volgt worden benaderd. Stel dat het in het Boek van de Heilige Adelbertus ge noemde Harecherenord - 'harg' betekent zoals gezegd heiligdom - gelezen wordt als de hoek, de landtong bij Hargen.41 Onmiddellijk rijst de vraag wat de hoevena ren van de villa scagha daar, twee uur lopen van huis en haard, te zoeken hebben. Het antwoord is: niets. Diederik doet de suggestie dat Hargen ver wijst naar een banne Harken.42 Die banne bestaat niet, althans niet in de bekende bronnen. Verder identifi ceert hij Overewinkel en Brunwere met de plaatsen Winkel en het gehucht De Weere. Hiervoor geldt hetzelfde als voor Hargen, de hoevenaren van de abdij hebben daar niets te zoeken. De mensen die er wonen zouden ze zien aankomen. Nee, Hargen duidt een heiligdom aan en wel een voorchristelijk heiligdom dat moet worden gezocht ten zuiden van de Withmere en ten noorden van Bergeswerk, in het rechtsgebied van de abdij. Ook de beide andere stukken land, Overewinkel en Brunwere, liggen daar in. Een dergelijk oud heiligdom is minder vreemd dan het in onze ogen lijkt. In 1250 leven we in een wereld waarin oude heilige plekken, al dan niet voorzien van nieuwe christelijke betekenis, volop bekend zijn. Denk aan de verschillende putten - de Runxput, Willibrordusputje en Adelbertusput - bij Heiloo, die uit de voorchristelijke tijd stammen. Het bekende Witte kerkje aldaar staat waarschijnlijk op de plek van een heidens heiligdom op een open plek in een Heilige bos of lo.43 Het kan bij zo'n oud heiligdom gaan om een boom, een bijzondere steen, een watertje, een heuvel. Waarvan bij het genoemde Hargen sprake was, vermeldt de geschiedenis niet. Een bron is niet onwaarschijnlijk. De Runxputte in Heiloo met de ruïne van de kapel van Onze Lieve Vrouwe ter Nood. An., circa 1650. Regionaal Archief Alkmaar. 32 DE SCHAGERDAM EN DE ABDIJ VAN EGMOND

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2015 | | pagina 33