5.
40) En hoewel het land op deze wijze aan hen is overgedragen in ruil voor hun arbeid,
hebben zij geen enkele bevoegdheid en zullen die ook niet hebben het aan iemand anders
te verkopen dan met onze instemming en toestemming; indien zij die toestemming zullen
hebben verkregen zullen zij zeer aanzienlijke personen afvaardigen om ons genoegdoening
te geven volgens alle voorschriften.
6.
45) Omstreeks het Meifeest zullen zij hun vee niet zonder onze toestemming de wei in
sturen.19
7.
En hoewel zij de hiervoor beschreven grens niet kunnen overschrijden, tenzij wij daar
toestemming voor geven, toch zijn wij overeengekomen, dat zij in Geddenmore of elders
(of: in andere stukken land aldaar) zijn gemachtigd turf te steken of zout te winnen, (maar)
50) dat de helft van beide zaken ons toekomt en de andere helft hun. Indien wie dan ook dit
land zal inzaaien, dan zullen zij de vierde schoof daaruit afdragen en al het ingezaaide dat
daar zal liggen, alles wat er zal groeien, blijft ons om te gebruiken.
8.
Bovendien betalen zij elk jaar op Sint Maarten hetgeen zij verschuldigd zijn. Maar al het
nieuwe land dat wij kunnen verwerven langs en over de volle lengte van de dijk, die de
55) grens vormt, en die wij herstelden, schonken wij hen in zijn geheel en vrij onder het
zelfde voorschreven recht.
9.
Indien wij, ikzelf of een van mijn opvolgers, in overleg met het kapittel het vaker ge
noemde land in eigendom zouden willen verkopen, zullen de voorzeide hoevenaars de
eersten zijn om te mogen kopen, gesteld dat zij een even grote som geld zouden overwegen
60) als anderen.
10.
Ook hebben wij bepaald dat wie onder de stervelingen, kloosterlingen dan wel mensen uit
de wereld het land zouden hebben gekocht, zij de gezegde hoevenaars hun voorschreven
rechten niet zullen ontnemen.
11.
Tenslotte is ook tussen ons overeengekomen dat alle twist of onenigheid die tussen onze
65) hoevenaars ontstaat, moet worden opgelost en rechtgezet in ons eigen huis nabij
Schagen, en dat wie ook maar iets heeft tegen een ander, in ons huis het oordeel van onze
rentmeester vraagt en in zijn aanwezigheid een oplossing ontvangt overeenkomstig diens
zienswijze.
12.
Indien echter onze rentmeester de zaak zo lastig vindt dat hij die niet zelf en met onze
70) hoevenaars kan beslechten of tot een oplossing weet te brengen, zal de zaak waarover
de twist handelt aangehouden worden tot onze komst, nadat de vrede en het godsoordeel
door beide partijen waren aanvaard.
13.
Indien echter de zaak zo lastig is dat die niet aan het licht gebracht kan worden maar ook
geen uitstel duldt, komt onze rentmeester samen met hen die onderling onenigheid hebben
75) naar Egmond, waar zij altijd volledige rechtspraak en gerechtelijk onderzoek zullen
vinden zowel bij mijn afwezigheid als wanneer ik er ben.
14.
Wie echter een overtreding heeft begaan en elders recht zoekt omdat ieder daar naar het
oordeel van de hoevenaars alle recht kan verkrijgen, dan zal hij van ons land worden ver
wijderd, opdat niet wij [worden benadeeld] en de vrijheid van ons land door enige
80) kwaadwillige persoon van zijn recht wordt beroofd.
Gegeven en vastgesteld in Egmond in het jaar des Heren 1250, de achtste indictie.20
22
DE SCHAGERDAM EN DE ABDIJ VAN EGMOND