m/m
1'mm
■m
i
M/ji fcf.
1848 grondoppervlakte
i860 inkrimping 1,45 m
1870 inkrimping z,34 m
1875 inkrimping 2,49 m
1892 inkrimping 3,05 m
r932 inkrimping 3,25 m
huidig grondniveau
geval geen kans de dijk wegens de uitschuring op de
oorspronkelijke staal weer op te bouwen. Een dijk had
een stuk voorland nodig om de golfslag voldoende te
breken. In de loop van de tijd moesten de dijken ook
hoger worden gemaakt. Daarvan maakt de abt van de
abdij van Egmond in zijn oorkonde inderdaad mel
ding.
'The Holme Post' bij Cambridge. Deze paal werd in 1851 tot het
maaiveld in het onontgonnen veen geslagen tot de vaste klei in de
ondergrond. Doel was de bodemdaling te volgen na de ontwatering
van een meertje in de buurt. Overgenomen uit Lambooij (1987).
De kust en het achterland in beweging
Wat vaststaat, is dat de strandvlakten afsleten en voor
een deel ook landinwaarts verstoven, een strook van
het veenlandschap bedekkend.17 Wat vaststaat, is dat
zich vertakkende strandgaten landinwaarts door de
strandvlakten een weg vonden, de genoemde zeegaten.
Het Vlie is daarvan verreweg het oudste, van veel jon-
15 Van een inversierug is sprake wanneer een geul die vanuit zee het land
binnendringt wordt opgevuld met zand. Het veen- of kleilandschap aan
weerszijden van de geul klinkt sneller in dan het zand in de geul, waardoor
de geul die oorspronkelijk lager lag dan het omringende land tenslotte bo
ven het omringende landschap uitsteekt. Inversie betekent omkering. Hoe
breder de geul was des te opvallender zal de verhoging in het landschap zijn.
16 Het betreft het Berger zeegat.
17 Zie ook Diederik (2013), 11-12.
DE SCHAGERDAM EN DE ABDIJ VAN EGMOND
15