water steeds dichter bij de oppervlakte. Het overtollige water stroomde daardoor steeds minder makkelijk zeewaarts. Er kwam een moment waarop het op de laagste plekken bleef staan. Er vormden zich meertjes in het veen. Een bij het strandpaviljoen van Jacob Vos te Callantsoog aangespoeld brok veen, 1 mei 1999. Foto M. Bakker. Regionaal Archief Alkmaar, deelcollectie H.V. Callantsoog. Bovendien - en dat was een tweede oorzaak van het langzaam maar zeker verdwijnen van het veen - kregen de getijden steeds meer greep op het nu lager liggende veenlandschap. Het veen dat langs de geulen lag, verdween in en met het water. Ook dat was een onomkeerbaar proces, dat zeker bij stormen tot grote verwoestingen van het veenlandschap leidde. Er vormden zich, vooral aan de uitgestrekte rand en langs geulen die zich landinwaarts een weg baanden, poelen, geulen, schorren, slikken, er ontstonden zandige vlak tes begroeid met zoutminnende planten, met hier en daar restanten oud veenland. In de loop van de 11e eeuw vormde zich een soort waddengebied met als hoofdgeul het Ouddieper Zwin (nu het Oude Veer), dat zich voortzette in een smallere geul, het Sint Maartenszwin. Dit water uit het noordoosten kreeg tenslotte verbinding met een veenriviertje uit het zuidwesten, de Rekere. De terpen, de dammen en de dijken In een vroeg stadium van het hierboven beschreven proces hebben de mensen woonhoogten, terpjes, opge worpen om bij hoogwater droge voeten te houden. Dat gebeurde in het noordwestelijke deel van het huidige West-Friesland, tussen Warmenhuizen en Kolhorn. In een lijn die niet veel later werd gevolgd door de Omringdijk, die het gebied omsloot waarin de terpen werden opgeworpen. Het zal geen toeval zijn dat deze dijk de kromming volgde van een oude zandrug in de bodem. Deze inversierug15 ontstond door het verzan den van een oude geul die zich door heel West-Fries land heen vertakte en ooit tussen Egmond en Bergen begon.16 De hoogtekaart van de Kop van Noord-Hol land laat dat goed zien. Veel hoger dan het land aan weerszijden zal deze inversierug niet hebben gelegen, maar elke (centi)meter telde. Een onderdeel van deze Omringdijk, die toen hij voor het eerst werd opgemeten in 1320 al verschei dene malen was verlegd, is de Schagerdam. Het gaat om een inlaagdijk tussen Sint Maarten en Valkkoog. Deze inlaagdijken werden gelegd op die plekken waar sprake was van een dijkdoorbraak. Men zag in zo'n 14 DE SCHAGERDAM EN DE ABDIJ VAN EGMOND

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2015 | | pagina 15