ter sprake gekomen. Eind twintigste eeuw werd de discussie weer opgenomen, toen het zandverlies langs de Noord-Hollandse en Texelse kusten verontrustende vormen had aangenomen. In 1985 poneerde ingenieur L.W Lievense enkele originele ideeën om dit probleem op te lossen.206 Hij stelde voor om de Razende Bol (Noorderhaaks) vast te leggen om daarmee het Molen gat, de geul zuidwestelijk van Texel af te sluiten en zo de getijstromen dwingen zand langs de Texelse kust te deponeren. In de ogen van Henk Schoorl was dit een onzalig idee. Het hele getijmechanisme in het Mars diep zou in de war worden gestuurd. Het betekende immers dat het getij een veel nauwere doorgang door het Marsdiep ging opzoeken met als gevolg nog meer druk op de Helderse Zeewering, juist bij Kaaphoofd, toch al het meest riskante punt. Experimenten met de Razende Bol waren zijns inziens uit de boze: de Noor- derhaaksgronden bestaan immers uit zich verplaat sende holocene zandmassa's die zich met een zekere regelmaat van één a anderhalve eeuw aan de kust van Texel helen. Daarom getuigde ook de suggestie om hier grote hoeveelheden zand te dumpen van weinig inzicht: het op of bij de Razende Bol neergelegde zand zou linea recta de Waddenzee instromen. Kortom: handen af van de Razende Bol. In plaats hiervan lanceerde Schoorl in 1988 een - even wild? - plan, een caissondijk van afgezon ken overbodige mammoettankers vanaf Kaaphoofd naar de Zuiderhaaks.207 Deze gronden liggen vaster dan de Noorderhaaks, doordat ze zijn opgebouwd uit pleistoceen dekzand van zo'n 12 meter dikte. Borin gen hadden dit in 1966 aangetoond. Een indicatie was bovendien het op 16 december 1897 gestrande stoomschip 'Harrow', waarvan het wrak op de meest noordoostelijke hoek van de Zuiderhaaks is blijven liggen. De ondergrond is blijkbaar zo compact dat het schip niet wegzakt. Dit plan viel volgens Schoorl goed te combineren met de aanleg van een diepe toegangs geul tot het Marsdiep, waarbij met name de marine baat zou hebben. Het hierbij opgezogen zand kon op de nieuwe dam worden gespoten en naar alle waar schijnlijkheid zou het Schulpengat in de luwte daarvan tot rust komen. Zo zou de kust van Noord-Holland tot ver bezuiden Huisduinen op natuurlijke wijze met een breed zandstrand worden versterkt. Schoorls plan heeft het niet 'gehaald'. Wel kreeg hij in zekere zin een paar jaar later zijn gelijk op Texel. Daar werd in 1995 door Rijkswaterstaat op de kop van het eiland haaks op de noordwestelijke kust van Eierland een 825 meter lange strekdam aangelegd om verdere afslag bij het Eierlandse Gat te voorkomen. Aan de zuidkant van de dam zou geleidelijk een zand plaat ontstaan, zo was de verwachting. Het groeiproces ging evenwel vele malen sneller dan verwacht: meteen Het plan van Henk Schoorl tot aanleg van een dam (B: eerste fase, A: einddoel) ten westen van Den Helder vanaf Kaaphoofd naar de Zuiderhaaks in combinatie met de aanleg van een vaargeul aansluitend op het westgat. De lijnen c, a en b geven de verwachte vulling met zand langs de kust aan. Husly stelde twee eeuwen eerder al iets vergelijkbaars voor. Overgenomen uit Schoorl (1987/88). vanaf de aanvang hield de dam het zand goed vast. Maar aan de noordkant ontstond als een complete verrassing eveneens een enorme zandvlakte. Over grillig zandtransport gesproken. DE HORS i Goorder RAZENDE' BOL HAAKS /vWwfrssuLr igï'ZRRUI HAAOfSÜ juliWnaoorp 88 DE HELDERSE ZEEWERING SINDS 1750

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2013 | | pagina 89